DIALOOG ALS OPVOEDING EN METHODETot de deelnemers aan de Algemene Vergadering van de Congregatie voor de Katholieke Vorming - Sala Clementina
(Soort document: Paus Franciscus - Toespraak)
Paus Franciscus -
9 februari 2017
De sectoren die tot het uitgestrekte domein van het onderwijs en tot de competentie van uw Congregatie behoren, hebben bij u een reflectie en gesprek op gang gebracht over verschillende belangrijke aspecten zoals de initiële en permanente vorming van onderwijzers en bestuurders, evenals de noodzaak van een inclusief en informeel onderwijs; of de onvervangbare bijdrage van de religieuze Congregaties en de steun die kan komen van de lokale Kerken en Organisaties uit de sector. Een groot deel van uw werk was gewijd aan de kerkelijke en Katholieke universitaire instellingen om de apostolische Constitutie
H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie
Sapientia Christiana
Over kerkelijke universiteiten en faculteiten (15 april 1979) op punt te stellen, de studies van canoniek recht te promoten met betrekking tot de hervorming van de procedure voor de ongeldig verklaring van het huwelijk, en de ondersteuning van de universitaire pastoraal. U heeft bovendien de gelegenheid overwogen om richtlijnen te geven voor de ontwikkeling van de verantwoordelijkheidszin bij iedereen die bij het veeleisende domein van het onderwijs betrokken is.
Vooreerst, is het ten overstaan van een overwoekerend individualisme, dat humaan gezien, arm en cultureel steriel maakt, nodig het onderwijs te humaniseren. De school en de universiteit hebben maar hun volle zin wanneer zij de persoon vormen. Tot dit proces van groei in menselijkheid zijn alle opvoeders geroepen samen te werken met hun professionalisme en de menselijke rijkdom die zij in zich dragen, om jongeren te helpen aan een meer solidaire en vreedzame wereld te bouwen. Bovendien hebben de katholieke onderwijsinstellingen de zending om horizonten te bieden die open staan voor het transcendente.
2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Gravissimum Educationis
Over de Christelijke opvoeding
(28 oktober 1965) brengt in herinnering dat het onderwijs ten dienste staat van een integraal humanisme en dat de Kerk als moeder in de opvoeding, steeds naar de nieuwe generaties kijkt in het perspectief van de “vorming van de menselijke persoonlijkheid als gericht op haar uiteindelijk doel en tegelijk op het welzijn van de gemeenschappen waarvan de mens lid is en in wier taken hij, als volwassene, ook deel zal hebben.”
2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 1
Een andere verwachting is dat de cultuur van de dialoog zou toenemen. Onze wereld is een werelddorp geworden met talrijke interactieprocessen, waarin iedere persoon deel uitmaakt van de mensheid en de hoop deelt op een betere toekomst met heel de familie der volken. Tegelijk zijn er helaas talrijke vormen van geweld, armoede, uitbuiting, discriminatie, marginalisatie, beperkingen van fundamentele vrijheden die een wegwerpcultuur creëren. In deze context zijn de katholieke onderwijsinstellingen als eerste geroepen om de grammatica van de dialoog te beoefenen die opleidt tot ontmoeting en valorisatie van culturele en religieuze verscheidenheid. Dialoog voedt namelijk op wanneer iemand in relatie treedt met respect en hoogachting, oprecht luistert en zich op een authentieke manier uitdrukt, zonder zijn identiteit te bezoedelen of te minderen, en gevoed door een evangelische inspiratie. Wij worden aangemoedigd door de overtuiging dat de nieuwe generaties, die op een christelijke manier tot dialoog opgevoed worden, de leslokalen en universiteiten zullen verlaten met de motivatie om bruggen te bouwen en bijgevolg om nieuwe antwoorden te vinden op de vele uitdagingen van onze tijd. Meer specifiek zijn scholen en universiteiten geroepen een methode aan te leren van intellectuele dialoog die erop gericht is de waarheid te zoeken. De heilige Thomas was en is nog een meester in deze methode die erin bestaat de ander, de gesprekspartner ernstig te nemen, door te proberen zijn redenen en tegenwerpingen ten diepste te vatten, om geen oppervlakkig maar adequaat antwoord te kunnen geven. Alleen zo kan men werkelijk samen vooruitgaan in de kennis van de waarheid.

Er is een laatste verwachting die ik met u zou willen delen: de bijdrage van het onderwijs om hoop te zaaien. De mens kan niet leven zonder hoop en onderwijs wekt hoop. Het onderwijs laat namelijk geboren worden, laat groeien, het situeert zich in de dynamiek van de gave van het leven. Leven dat ontstaat, is de bron die de hoop het meest laat opwellen; een leven gericht op het zoeken van schoonheid, goedheid, waarheid en het samenzijn met anderen voor een gezamenlijke groei. Ik ben ervan overtuigd dat de jongeren van vandaag vooral nood hebben aan een leven dat aan de toekomst bouwt. Daarom is de ware opvoeder als een vader en een moeder die leven doorgeeft dat openstaat voor de toekomst. Dat vereist dat men naar jongeren zou luisteren: het werk van het gehoor. Zich te luisteren leggen bij de jongeren! En we zullen dat in het bijzonder doen met de volgende bisschoppensynode die aan hen gewijd zal zijn. Vervolgens deelt de opvoeding hetzelfde risico als de hoop. Hoop is geen oppervlakkig optimisme, noch de capaciteit om welwillend naar de dingen kijken maar is vooral op de goede manier risico weten te nemen, juist zoals de opvoeding.

Dierbare broeders en zusters, Katholieke scholen en universiteiten dragen veel bij tot de zending van de Kerk wanneer zij ten dienste staan van de groei in menselijkheid, dialoog en hoop.
Ik dank u voor uw werkzaamheden om onderwijsinstellingen tot plaatsen en ervaringen van evangelisatie te maken.
Ik smeek de Heilige Geest voor u, op voorspraak van Maria, Zetel van Wijsheid, opdat Zij uw ambt efficiënt zou maken voor het onderwijs. En ik vraag u alstublieft voor mij te bidden. Ik zegen u van ganser harte. Dank u.
© 2017, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. uit het Frans (samenvatting volgens Zenit.org): maranatha-gemeenschap; alineaverdeling en -nummering: redactie