H. Paus Johannes Paulus II - 25 december 1982
Christus natus est nobis. Venite, adoremus /
Christus is voor ons geboren. Komt, laten wij Hem aanbidden.
Komt, laten wij Hem aanbidden die van eeuwigheid is geboren uit de Vader: God van God, licht van licht, ware God van de ware God; één in wezen met de Vader; Hem, 'door wie alles geschapen is'. 1e Concilie van Constantinopel, Credo van Nicea - Constantinopel (31 juli 381). (uit de geloofsbelijdenis)
Alle jaren vieren wij deze nacht en de dag welke erop volgt is heilig voor ons. Venite adoremus. Komt, laten wij het begin van onze verlossing aanbidden. Want Hij heeft ons verlost: Hij 'gaf ons het vermogen om kinderen van God te worden' (Joh. 1, 12).
Alle jaren vieren wij deze nacht en de dag welke erop volgt is heilig voor ons. Venite adoremus. Komt, laten wij het begin van onze verlossing aanbidden. Want Hij heeft ons verlost: Hij 'gaf ons het vermogen om kinderen van God te worden' (Joh. 1, 12).
Verlosser wil zeggen: tegelijk de mens aan God en God aan de mens teruggeven. Verlosser wil ook zeggen de mens aan zichzelf teruggeven: deze is namelijk in zich niets anders dan beeld en gelijkenis van God. En juist daardoor is hij mens.
De verlossing is voltrokken in de tijd. Heilig is voor ons de dag waarop Christus is geboren, het begin van onze verlossing. En heilig is voor ons de tijd waarin onze verlossing is voltrokken door het kruis en de verrijzenis van Christus. En daarom willen wij vooral de tijd aan God wijden; aan God wijden wij op een bijzondere manier het komende jaar dat volgens de traditionele datering de negentienhonderdvijftigste verjaardag van onze verlossing met zich meebrengt. Evenals het jaar 1933 zal dit opnieuw het jubileum van onze Verlossing zijn.
Ik vraag u dringend, dierbare broeders en zusters, dat u reeds vandaag vanaf de kribbe van Betlehem met geloof, hoop en liefde uitziet naar dit jubileum dat als een deur voor ons opengaat. Zouden wij misschien niet reeds vandaag in deze heilige tijd kunnen binnentreden terwijl wij zingen: Christus natus est nobis, venite adoremus? Zouden wij misschien niet dit bijzondere werk van de Kerk kunnen ondernemen zoals de maaiers die zaaien in tranen om te oogsten met jubel. Vgl. Ps. 126, 5
In dit mysterie zijn wij verenigd met ieder mens en met alle mensen, omdat de verlossing zich voor allen heeft voltrokken en zonder onderscheid allen omvat; voor allen is God mens geworden en is Hij geboren in de nacht van Betlehem. Venite adoremus.
Wij wensen dat het licht van deze nacht vooral degenen bereikt die lijden, waar ze zich op deze aarde ook bevinden en welk hun ellende ook is. God neemt het menselijk lijden op zich met de geboorte van Christus, waarin het begin ligt van het kruis en de verheerlijking.
{Hierna gaf de Paus de Kerstwensen in tal van talen}
Christus natus est nobis! Venite adoremus.
Ter afsluiting volgde de zegen "Urbi et Orbi"