HET JUK VAN CHRISTUS OP JE NEMEN14e Zondag door het Jaar (Jaar A) - Sint Pietersplein
(Soort document: Paus Franciscus - Angelus/Regina Caeli)
Paus Franciscus -
6 juli 2014
Deze uitnodiging van Jezus strekt zich uit tot op onze dagen om de vele broers en zussen te bereiken die gebukt gaan onder onzekere levensomstandigheden, onder moeilijke bestaanssituaties en die soms verstoken zijn van deugdelijke oriëntatiepunten. In de arme landen, maar ook in de periferieën van de rijkere landen leven zovele vermoeide en uitgeputte mensen onder de ondraaglijke last van verwaarlozing en onverschilligheid. Onverschilligheid: hoeveel kwaad richt menselijke onverschilligheid niet aan bij noodlijdenden! Het ergst is de onverschilligheid van de Christenen! Aan de rand van de samenleving leven vele mannen en vrouwen beproefd door armoede maar ook door de onvoldaanheid over het leven en door teleurstelling. Velen zijn verplicht uit hun land te emigreren en hun eigen leven in gevaar te brengen. Veel groter is het getal van hen die elke dag de last dragen van een economisch systeem dat de mens uitbuit, hem een ondraaglijke juk oplegt dat alleen enkele bevoorrechten niet moeten dragen. Tot al deze kinderen van de Vader die in de hemelen is, herhaalt Jezus: “Komt tot Mij, gij allen”. Maar Hij zegt dat ook aan hen die alles hebben, maar wier hart leeg is en zonder God. Ook tot hen richt Jezus deze uitnodiging: “Komt tot mij”. De uitnodiging van Jezus is er voor allen. Maar op bijzondere wijze voor hen die het meest lijden.
