
10 juni 2014
"SENSUS FIDEI" IN HET LEVEN VAN DE KERK | |||
► | De sensus fidei in Schrift en Traditie | ||
► | Wat de Bijbel leert | ||
► | Geloof als antwoord op Gods Woord |
In heel het Nieuwe Testament geeft de mens door te geloven een fundamenteel en beslissend antwoord op de Blijde Boodschap. Jezus verkondigt het Evangelie om mensen tot geloof te brengen: ‘De tijd is rijp en het koninkrijk van God is ophanden. Bekeer u! En geloof in de goede boodschap’ (Mc. 1, 15). Paulus herinnert de eerste christenen eraan, dat hij als apostel de dood en verrijzenis van Jezus Christus heeft verkondigd om hun geloof te vernieuwen en te verdiepen: ‘Broeders en zusters, ik wijs u nog eens op het Evangelie dat ik u heb verkondigd, dat u hebt aanvaard, waarop u gegrondvest bent, en waardoor u ook gered wordt, tenminste als u zich houdt aan de bewoordingen waarin ik het u verkondigd heb; anders zou u het geloof zonder nadenken hebben aanvaard’ (1 Kor. 15, 1-2). De manier waarop het Nieuwe Testament spreekt over geloof heeft zijn wortels in het Oude Testament, met name in het geloof van Abram, die zich geheel toevertrouwde aan Gods beloften (Gen. 15, 6). Vgl. Rom. 4, 11.17 Dit geloof is een antwoord in vrijheid op de verkondiging van het woord van God, en als zodanig is het een gave van de Heilige Geest, geschonken aan wie waarlijk gelooft. Vgl. 1 Kor. 12, 3 De ‘geloofsgehoorzaamheid’ (Rom. 1, 5) komt voort uit Gods genade, God maakt mensen vrij en geeft hun een plaats in de Kerk (Gal. 5, 1.13).
Het Evangelie roept op tot geloof, omdat het niet alleen maar religieuze informatie doorgeeft, maar Gods woord en ‘een goddelijke kracht tot redding’ verkondigt die aanvaard moeten worden (Rom. 1, 16-17). Vgl. Mt. 11, 15 Vgl. Lc. 7, 22 Vgl. Jes. 26, 19 Vgl. Jes. 29, 18 Vgl. Jes. 35, 5-6 Vgl. Jes. 61, 1-11 Het is de 'goede boodschap van Gods genade' (Hand. 20, 24), de “openbaring van het geheim” van God (Rom. 16, 25), en het ” woord van de waarheid” (Ef. 1, 13). Het Evangelie gaat over iets wezenlijks: de komst van Gods Koninkrijk, de verrijzenis en verheffing van de gekruisigde Jezus Christus, het geheim van redding en verheerlijking door God in de Heilige Geest. Het Evangelie heeft een sterke dragende oorsprong: Jezus zelf, het Woord van God, die zijn Apostelen en hun volgelingen uitzendt, en dit Evangelie drukt zich rechtstreeks uit in geïnspireerde en gezagvolle verkondiging in woord en daad. Het Evangelie behoeft een antwoord van de gehele persoon ‘met heel uw hart en met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht’ (Mc. 12, 30). Dat is het antwoord van het geloof, dat ‘de vaste grond is voor wat wij hopen, het bewijs van wat wij niet zien’ (Heb. 11, 1).
‘“Geloof” is zowel een act van geloof of vertrouwen, als datgene wat men gelooft of belijdt, respectievelijk fides qua en fides quae. Beide aspecten werken onafscheidelijk tezamen, want vertrouwen betekent instemming met een boodschap die een verstaanbare inhoud heeft, en belijdenis kan niet alleen lippendienst zijn, maar moet uit het hart komen’. Internationale Theologische Commissie, Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria (29 nov 2011), 13 Het Oude en Nieuwe Testament laten duidelijk zien dat vorm en inhoud van het geloof bijeen horen.