10 juni 2014
Wanneer de sensus fidei authentiek tot uitdrukking komt, draagt hij bij aan de opbouw van de Kerk als één enkel lichaam, en bevordert hij geen interne verdeeldheid en particularisme. In de eerste Brief aan de Korintiërs is die opbouw de kern van het deelnemen in het leven en de zending van de Kerk. Vgl. 1 Kor. 14 Opbouwen betekent dat de Kerk versterkt wordt zowel in haar innerlijk geloofsbewustzijn als met nieuwe leden, die gedoopt willen worden in het geloof van de Kerk. De Kerk is het huis van God, een heilige tempel, bestaande uit gelovigen die de Heilige Geest hebben ontvangen. Vgl. 1 Kor. 3, 10-17 De Kerk opbouwen betekent, de eigen gaven leren ontdekken en ontplooien, en ook anderen helpen hun charisma’s te ontdekken en ontplooien, hun vergissingen corrigeren en ook zelf correctie aanvaarden in een geest van christelijke naastenliefde, samenwerken en samen bidden met anderen, en delen in hun vreugden en zorgen. Vgl. 1 Kor. 12, 12.26
De subjecten van de sensus fidei zijn kerkleden die laten zien wat Sint-Paulus bedoelt wanneer hij tegen de Korintiërs zegt: ‘Aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen’ (1 Kor. 12, 7).