
10 juni 2014
De sensus fidei fidelis vloeit voort uit de theologale deugd van geloof. Die deugd is een door liefde opgeroepen innerlijke geesteshouding, die zonder enig voorbehoud de gehele door God geopenbaarde waarheid wil aanhangen zodra die als zodanig wordt waargenomen. Geloof houdt dus niet noodzakelijkerwijze expliciete kennis van de volledige geopenbaarde waarheid in. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. IIa-IIae, q.2, a.5-8. Daaruit volgt dat een bepaalde vorm van sensus fidei kan bestaan in ‘hen die gedoopt zijn en de naam van christen dragen, maar niet het volledige katholieke geloof belijden’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 15 De katholieke Kerk moet daarom aandacht hebben voor wat de Geest haar te zeggen kan hebben via gelovigen in de kerken en kerkelijke gemeenschappen die niet in volledige eenheid met haar leven.