
Paus Franciscus - 28 mei 2014
Deze pelgrimstocht in het Heilig Land bood ook de gelegenheid de christelijke gemeenschappen, die veel lijden, in hun geloof te bevestigen en hen de dankbaarheid van heel de Kerk over te brengen voor de aanwezigheid van Christenen in die streek en in heel het Midden-Oosten. Onze broeders zijn moedige getuigen van de hoop en van de liefde, “zout en licht” in dat Land. Door hun leven van geloof en gebed en door hun gewaardeerde opvoedende en hulpverlenende activiteiten dragen ze bij tot de verzoening, tot de vergiffenis en bevorderen zo het algemeen welzijn van de maatschappij.
Met deze pelgrimstocht, die waarlijk een genade is geweest, heb ik een woord van hoop willen brengen, maar op mijn beurt heb ik het ook ontvangen! Ik heb het ontvangen van broers en zussen die hopen “tegen alle hoop in” (Rom. 4, 18) ondanks het vele lijden, zoals zij die het eigen land omwille van conflicten ontvlucht zijn; zoals zij die, met velen in andere delen van de wereld, gediscrimineerd en veracht worden omwille van hun geloof in Christus. We blijven hen nabij! We bidden voor hen en voor de vrede in het Heilig Land en in heel het Midden-Oosten. Het gebed van heel de Kerk ondersteunt ook de weg naar de volle eenheid van de Christenen zodat de wereld mag geloven in de liefde van God die in Jezus Christus midden onder ons is komen wonen.
Ik nodig allen nu uit samen te bidden, samen te bidden tot Onze Lieve Vrouw, Koningin van de vrede, Koningin van de eenheid onder de Christenen, Mama van alle Christenen: dat zij ons vrede schenkt, aan heel de wereld, en dat zij ons begeleidt op de weg van de eenheid.
"Ave Maria..."