Paus Franciscus - 28 mei 2014
Dierbare broeders en zusters, goede dag!
Zoals jullie weten, ben ik de voorbije dagen op pelgrimstocht in het Heilig Land geweest. Het is een grote genade voor de Kerk geweest. Ik ben er God dankbaar om. Hij is mijn gids geweest in dat gezegende Land dat de historische aanwezigheid van Jezus heeft gezien en waar zich fundamentele gebeurtenissen voor het Hebraïsme, het Christendom en de Islam hebben voorgedaan.
{...}
Het voornaamste doel van deze pelgrimstocht was de herdenking van de 50ste verjaardag van de historische ontmoeting van Paus Paulus VI met Patriarch Athenagoras. Dat was de eerste keer dat een opvolger van Petrus het Heilig Land bezocht: Paulus VI begon dus, tijdens het Tweede Vaticaans Concilie het hedendaagse tijdperk van reizen van de Paus naar buiten Italië. Dat profetische gebaar van de Bisschop van Rome en van de Patriarch van Constantinopel was een mijlpaal op de moeilijke maar beloftevolle weg van de eenheid van alle Christenen, die sindsdien belangwekkende stappen heeft gekend. Daarom was mijn ontmoeting met Zijne Heiligheid Bartolomeus, beminde broeder in Christus, het hoogtepunt van het bezoek. Samen hebben we bij het graf van Jezus gebeden en met ons waren er de Grieks-Orthodoxe Patriarch van Jeruzalem Theophilos III en de Armeens Apostolische Patriarch Nourhan samen met Aartsbisschoppen en Bisschoppen van verschillende Kerken en Gemeenschappen, burgerlijke Gezagsdragers en veel gelovigen. Op die plaats, waar de aankondiging van de Verrijzenis heeft geklonken, hebben we de bitterheid en de pijn gevoeld om de verdeeldheid die nog altijd onder de leerlingen van Christus bestaat; het is echt pijnlijk, het doet pijn aan het hart. We zijn nog altijd verdeeld; we zijn verdeeld precies op die plaats waar de boodschap van de Verrijzenis heeft geklonken, waar Jezus ons het leven geeft. Maar bovenal hebben we in die viering vol wederzijdse broederlijkheid, waardering en liefde heel sterk de stem gehoord van de Verrezen Goede Herder die van al zijn schapen één kudde wil maken; we hebben het verlangen gevoeld om de nog open wonden te verzorgen en vastberaden de weg te vervolgen naar de volle eenheid. Nog eens, zoals voorgaande Pausen deden, vraag ik vergiffenis voor wat wij gedaan hebben om deze verdeeldheid te doen toenemen, en ik vraag de Heilige Geest dat Hij ons helpt de wonden te genezen die wij andere broeders hebben toegebracht. Allen zijn we broeders in Christus en met Patriarch Bartolomeus zijn we vrienden, broeders en we hebben de wil gedeeld om samen de weg te gaan, vandaag al het mogelijke te doen: samen bidden; samenwerken voor de kudde van God, de vrede nastreven, de schepping behoeden, zoveel zaken hebben we gemeenschappelijk. En als broeders moeten we vooruitgaan.
Een andere doelstelling van deze pelgrimstocht bestond in het aanmoedigen van de weg naar vrede – tegelijk gave van God en inzet van mensen - in die regio. Ik heb dit gedaan in Jordanië, in Palestina, in Israël. Ik heb het altijd gedaan als pelgrim, in naam van God en van de mens, met een groot medelijden in het hart voor de kinderen van dat Land die al te lang reeds samenwonen met de oorlog terwijl ze het recht hebben eindelijk dagen van vrede te kennen!
Om die reden heb ik de Christengelovigen aangespoord zich, met open hart en gehoorzaam aan de Heilige Geest, te laten “zalven” om steeds meer in staat te zijn tot daden van nederigheid, broederlijkheid en verzoening. De Geest maakt het mogelijk die houdingen in het dagelijks leven te beleven met mensen van verschillende culturen en religies en zo “ambachtslieden” van de vrede te worden. Vrede maakt men op ambachtelijke wijze! Er bestaan geen fabrieken van de vrede. Men maakt ze elke dag, ambachtelijk en met open hart voor de gave van God. Om die reden heb ik de Christengelovigen aangespoord zich te laten “zalven”.
In Jordanië heb ik de Gezagsdragers en het volk bedankt voor hun inzet bij de opvang van de vele vluchtelingen uit de oorlogszones, een humanitaire inzet die waardering en ondersteuning van de internationale Gemeenschap verdient. Ik werd diep getroffen door de edelmoedigheid van het Jordaanse volk bij de opvang van de vele vluchtelingen die in deze zone op de vlucht zijn voor de oorlog. Dat de Heer dit gastvrije volk zegent, overvloedig zegent. Wij moeten de Heer bidden dat Hij deze opvang zegent en alle internationale instanties vragen dit volk te helpen dat het werk van de opvang verricht. Ook op andere plaatsen heb ik tijdens de pelgrimstocht de betrokken Gezagsdragers aangemoedigd de inspanningen verder te zetten om de spanningen in het Midden- Oosten af te bouwen, vooral in het gefolterde Syrië en evenzeer te blijven zoeken naar een billijke oplossing voor het Israëlisch – Palestijnse conflict. Daarom heb ik de President van Israël en de President van Palestina, beide mannen van vrede en bewerkers van vrede, Paus Franciscus - Angelus/Regina Caeli
Na de viering van de H. Mis
Mangers Square van Bethelehem gedurende de reis door het H. Land 2014
(25 mei 2014) te komen om samen met mij te bidden voor de vrede. En ik vraag jullie, alsjeblief, laat ons niet alleen: bidt, bidt veel, dat de Heer ons vrede geeft, dat Hij ons vrede schenkt in dat gezegende Land! Ik reken op jullie gebed. Bidt onophoudelijk, in deze tijd, dat de vrede mag komen.
Deze pelgrimstocht in het Heilig Land bood ook de gelegenheid de christelijke gemeenschappen, die veel lijden, in hun geloof te bevestigen en hen de dankbaarheid van heel de Kerk over te brengen voor de aanwezigheid van Christenen in die streek en in heel het Midden-Oosten. Onze broeders zijn moedige getuigen van de hoop en van de liefde, “zout en licht” in dat Land. Door hun leven van geloof en gebed en door hun gewaardeerde opvoedende en hulpverlenende activiteiten dragen ze bij tot de verzoening, tot de vergiffenis en bevorderen zo het algemeen welzijn van de maatschappij.
Met deze pelgrimstocht, die waarlijk een genade is geweest, heb ik een woord van hoop willen brengen, maar op mijn beurt heb ik het ook ontvangen! Ik heb het ontvangen van broers en zussen die hopen “tegen alle hoop in” (Rom. 4, 18) ondanks het vele lijden, zoals zij die het eigen land omwille van conflicten ontvlucht zijn; zoals zij die, met velen in andere delen van de wereld, gediscrimineerd en veracht worden omwille van hun geloof in Christus. We blijven hen nabij! We bidden voor hen en voor de vrede in het Heilig Land en in heel het Midden-Oosten. Het gebed van heel de Kerk ondersteunt ook de weg naar de volle eenheid van de Christenen zodat de wereld mag geloven in de liefde van God die in Jezus Christus midden onder ons is komen wonen.
Ik nodig allen nu uit samen te bidden, samen te bidden tot Onze Lieve Vrouw, Koningin van de vrede, Koningin van de eenheid onder de Christenen, Mama van alle Christenen: dat zij ons vrede schenkt, aan heel de wereld, en dat zij ons begeleidt op de weg van de eenheid.
"Ave Maria..."