
Paus Leo XIII - 5 november 1896
Er zijn er nl. onder de schrijvers in die revue, die de waarde van genoemde constitutie niet, zoals passend zou zijn, verdedigen en toelichten, maar veeleer door hun aarzelende houding en hun debatteren verzwakken. Hier moet dus gewaakt worden, dat van een dergelijk tijdschrift geen stroming uitgaat, die niet volledig met onze bedoelingen overeenkomt, en het is beter dat die revue ophoudt en geheel zwijgt, zodra zij tegenover onze bedoelingen en beste inzichten moeilijkheden zou veroorzaken. Onder de andersdenkenden in Engeland hebben die bepaalde personen, van wie het scheen, dat zij met oprechtheid de volle waarheid aangaande hun wijdingen van ons verlangden .te vernemen, diezelfde waarheid, welke wij hun voor Gods aanschijn te kennen hebben gegeven, met heel andere gevoelens ontvangen. Maar dan volgt toch zeker, dat de katholieken die wij daar juist vermeld hebben, en onder hen een zeker religieus, hun plicht moeten kennen. Want het zou voortaan noch juist noch eervol voor hen zijn, zich bij de plannen dier mensen aan te sluiten of er op enige wijze steun aan te verlenen. Dat zou bovendien voor den vurig verlangden vooruitgang van den godsdienst een ernstige hindernis kunnen zijn.
Omtrent deze punten, die van groot gewicht zijn, stellen wij derhalve een zeer groot vertrouwen op uw beproefde voorzichtigheid en wijsheid, en als onderpand der goddelijke gaven en bewijs onzer bijzondere welwillendheid verlenen wij u met grote liefde de apostolische zegen.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, de 5e November 1896,
in het 19e jaar van ons pausschap.
PAUS LEO XIII