
H. Paus Paulus VI - 30 november 1969
Burgers van de wereld!
bedenkt een ogenblik, nu u ontwaakt
in het ochtendgloren van het nieuwe jaar 1970:
waarheen is de mensheid op weg?
Vandaag is het mogelijk de algemene toestand te overzien, met een profetische blik.
Het Evangelie van de vergiffenis verkondigen lijkt voor de menselijke politiek iets absurds, omdat de rechtvaardigheid het dikwijls niet toestaat binnen het natuurlijke bestel. Maar binnen een christelijk, dat wil zeggen, bovenmenselijk bestel is het zeker niet absurd. Moeilijk, maar niet absurd. Hoe eindigen de conflicten in de seculiere wereld? Hoe is vaak de vrede die ze tenslotte opleveren? In de arglistige, furieuze dialectiek van dit wereldgebeuren van ons mensen vol hartstochten, vol trots en wrok, is de vrede aan het einde van een conflict gewoonlijk een last, een verknechting, een juk: de zwakke, verliezende partij ziet zich gedwongen het op zich te nemen, maar dit dulden is vaak slechts een uitstel tot de komende weerwraak, de aanvaarding van het protocollaire verdrag waaronder het huichelen schuilgaat van harten die elkaar nog steeds vijandig gezind zijn. Al te vaak is een dergelijke vrede geveinsd en onzeker: hij biedt niet de volledige oplossing van het geschil, dat is: de vergeving, de verzaking bij de overwinnaar aan al die voordelen die hij heeft behaald en die voor de verliezer onherroepelijk vernedering en ongeluk meebrengen, terwijl hem tevens de geestkracht ontbreekt om tot een verzoening te komen.
Op deze hogere school van de vrede, broeders en zonen in Christus, moeten we allereerst onszelf opvoeden: de Bergrede herlezen Vgl. Mt. 5, 21-26.38-48 Vgl. Mt. 6, 12.14-15 en dan ons best doen om die door woord en voorbeeld aan de wereld te verkondigen.
Met onze apostolische zegen.
30 november 1969.
PAUS PAULUS VI