H. Paus Paulus VI - 9 februari 1976
Dit alles moet niet zo worden verstaan, alsof het belang en de waardigheid van de echtelijke liefde er op enigerlei wijze door worden verminderd, aangezien de rijkdom aan zegeningen die de instelling van het huwelijk inhoudt niet enkel en alleen in de juridische elementen is vervat. Ook al valt de echtelijke liefde niet onder het terrein van het recht, ze heeft toch een zeer edele en noodzakelijke functie in het huwelijk. Het is een kracht van psychologische orde, die God aan de doeleinden van het huwelijk ondergeschikt heeft gemaakt. En inderdaad, waar de liefde ontbreekt, missen de echtgenoten de krachtige drijfveer om alle plichten en taken van de echtelijke gemeenschap met wederzijdse trouw te volbrengen. Waar, integendeel, echte huwelijksliefde heerst, dat wil zeggen, "een menselijke ... alomvattende liefde ... trouwen uitsluitend tot de dood ... vruchtbaar" Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 9, daar kan het huwelijk zelf volmaakt worden volgens die volle vorm van volmaaktheid die het van nature kan bereiken.