H. Paus Johannes Paulus II - 4 februari 1980
Alexander II constateerde in de twaalfde eeuw: 'Saepe contingit quod testes, corrupti praetio, facile inducantur ad falsum testimonium proferendum'. Paus Alexander II, De Praesumptionibus. C. 10, X, 23; ed. Richter-Friedberg, 11, 355 Helaas zijn de getuigen ook vandaag niet gevrijwaard van de mogelijkheid hun plicht te verzaken. Daarom heeft Pius XII in zijn toespraak over de eenheid van het doel en de rechtsvordering in huwelijkszaken niet alleen de getuigen, maar allen die aan het proces deelnemen aangespoord niet van de waarheid af te wijken: 'Dat het nooit gebeurt, dat zich in huwelijkszaken die bij de kerkelijke rechtbank aanhangig zijn gemaakt misleidingen, meineden, verleidingen of bedrog voordoen van welke aard ook!'. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de Romeinse Rota, De verplichting de waarheid te zoeken bij de behandeling van huwelijkszaken (2 okt 1944), 7
Indien dat evenwel zou gebeuren, zouden de akten van instructie ongetwijfeld geen heldere bronnen van de waarheid zijn en de rechters er ondanks hun morele integriteit en hun oprechte inspanning om de waarheid te ontdekken toe kunnen brengen zich te vergissen in het uitspreken van het oordeel.