
Paus Franciscus - 16 maart 2014
Dierbare broeders en zusters, goede dag!
Vandaag gaat het Evangelie over het gebeuren van de Gedaanteverandering. Het is de tweede stap van de vastentocht: de eerste, de bekoring in de woestijn, was vorige zondag; de tweede is de Gedaanteverandering. Jezus “nam Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg” (Mt. 17, 1). In de Bijbel is de berg de plaats van de nabijheid bij God en van de intieme ontmoeting met Hem; de plaats van het gebed, waar men in aanwezigheid van de Heer vertoeft. Daarboven op de berg, toont Jezus zich verheerlijkt, lichtend, heel mooi; en dan verschijnen Mozes en Elia, die zich met Hem onderhouden. Zijn gelaat is zo stralend en zijn kleed zo glanzend dat Petrus diep getroffen wordt, zodanig dat hij daar zou willen blijven, dat ogenblik als het ware vasthouden. Onmiddellijk klinkt uit den hoge de stem van de Vader die Jezus openbaart als zijn welbeminde Zoon met het woord: “Luistert naar Hem” (Mt. 17, 5). Dat is een belangrijk woord! Onze Vader heeft aan die apostelen gezegd en zegt het ook aan ons: “Luistert naar Jezus, want Hij is mijn welbeminde Zoon”. Laten we de komende week dit woord in ons hoofd en in ons hart bewaren: “Luistert naar Jezus!” Het is een hulpmiddel om de weg van de Veertigdagentijd te gaan. “Luistert naar Jezus!”. Niet vergeten.
Van dit gebeuren van de Gedaanteverandering zou ik twee betekenisvolle elementen willen meegeven, ik vat ze samen in twee woorden: opstijgen en afdalen. We hebben er nood aan alleen te zijn, de berg te bestijgen voor een tijd van stilte, om onszelf terug te vinden en de stem van de Heer beter te horen. Dat doen we in het gebed. Maar we mogen het daarbij niet laten! De ontmoeting met God in het gebed dringt ons opnieuw de berg af te dalen, omlaag naar de vlakte terug te keren, waar we zoveel broeders ontmoeten die bezwaard zijn door vermoeidheid, ziekte, onrecht, onwetendheid, geestelijke en materiële armoede. We zijn geroepen om aan die broeders in nood de vruchten te brengen van onze ervaring met God, om met hen de ontvangen genade te delen. En dat is het vreemde. Wanneer we het Woord van Jezus horen, naar het Woord van Jezus luisteren en het in het hart dragen, dan groeit dat Woord. En weten jullie hoe het groeit? Door het aan de ander te geven! Het Woord van Christus groeit in ons wanneer we het verkondigen, wanneer we het aan de anderen geven! En dat is het christelijk leven. Het is een zending voor de hele Kerk, voor alle gedoopten, voor ons allen: naar Jezus luisteren en Hem aan de anderen aanbieden. Niet vergeten: deze week naar Jezus luisteren! En denkt aan die kwestie van het Evangelieboekje: zullen jullie dat doen? Dus, volgende zondag zullen jullie het mij zeggen of jullie het gedaan hebben: een klein Evangelieboek op zak of in de tas hebben om in de loop van de dag een klein stukje te lezen.