
Paus Franciscus - 18 februari 2014
Aan de geëerde broeder
Kardinaal Antonio Cañizares Llovera
Prefect van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
en de Discipline van de Sacramenten
Er zijn 50 jaar voorbijgegaan sinds de promulgatie van de Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963), het eerste document dat gepromulgeerd is door het Tweede Oecumenische Vaticaans Concilie, en deze belangrijke verjaardag roept gevoelens van dankbaarheid op voor de diepgaande en wijdverbreide vernieuwing van het liturgisch leven, die mogelijk is gemaakt door het conciliair Leergezag, tot eer van God en de opbouw van de Kerk, en tegelijkertijd spoort het aan tot een doen opleven van de inzet dit onderricht op een steeds vollediger manier te ontvangen en uit te voeren.
De Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) en de verdere ontwikkelingen van het Leergezag hebben ons de liturgie in het licht van de goddelijke Openbaring beter doen begrijpen als “de uitoefening van het priesterlijk ambt van Jezus Christus”, waarin “door het mystieke Lichaam van Jezus Christus, het Hoofd nl. en Zijn ledematen, de volledige publieke eredienst wordt uitgeoefend”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7 Christus openbaart Zich als de ware hoofdrolspeler van elke viering, en Hij maakt “de Kerk, Zijn beminde bruid, steeds tot Zijn deelgenote, de Kerk, die haar Heer aanroept en door Hem haar eredienst verricht voor de eeuwige Vader”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7 Deze handeling, die plaatsvindt door de kracht van de Heilige Geest, bezit een diepe scheppingskracht, die in staat is elk mens en, op zekere wijze, de hele schepping tot zich te trekken.
De ware geestelijke eredienst vieren wil zeggen zichzelf aanbieden als levende, heilige en aan God welgevallige offergave. Vgl. Rom. 12, 1 Een liturgie die los zou staan van de geestelijke eredienst zou het risico lopen leeg te worden, van de christelijke oorspronkelijkheid te vervallen in een algemeen sacraal, bijna magisch gevoel en in een leeg estheticisme. Aangezien het een handeling van Christus is, spoort de liturgie van binnenuit aan zich met de gevoelens van Christus te bekleden, en in deze dynamiek wordt heel de werkelijkheid omgevormd. “Ons dagelijks leven in ons lichaam, in de kleine dingen, (zou) geïnspireerd (…) moeten zijn, overvloedig, ondergedompeld in de goddelijke werkelijkheid en (zou) een handelen (…) moeten worden samen met God. Dit wil niet zeggen dat we steeds aan God zouden moeten denken, maar dat we werkelijk doordrongen moeten zijn van de werkelijkheid van God, zodat heel ons leven (…) liturgie wordt, aanbidding”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij het bezoek aan het pauselijk grootseminarie te Rome bij gelegenheid van het feest van de Madonna della Fiducia, Wijd uzelf aan Hem toe - Lectio Divina (15 feb 2012), 6
Het is noodzakelijk om aan de dankzegging aan God voor wat mogelijk geweest is te volbrengen, een hernieuwde wilskracht toe te voegen om verder te gaan op de weg die door de Concilievaders is aangewezen, omdat er nog veel gedaan moet worden voor een correcte en volledige assimilatie van de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) door de gedoopten en de kerkgemeenschappen. Ik doel met name op de inzet voor een degelijke en organische initiatie en liturgische vorming, zowel van de lekengelovigen als van de geestelijkheid en de godgewijde personen.
Terwijl ik mijn dankbaarheid uitdruk aan hen die deze ontmoeting gestimuleerd en voorbereid hebben, wens ik dat deze de verhoopte vrucht mag dragen. Ik roep hiervoor de voorspraak van de Heilige Maagd Maria in en verleen aan U, heer Kardinaal, aan de medewerkers, aan de sprekers en aan alle deelnemers van harte de Apostolische Zegen.
Uit het Vaticaan, 18 februari 2014
FRANCISCUS