Paus Franciscus - 15 januari 2014
Beste broeders en zusters,
Het Evangelie zegt ons: “Jezus ging rond door alle steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf in hun synagogen en de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk en alle ziekten en kwalen genas. Bij het zien van die menigte mensen werd Hij door medelijden bewogen, omdat ze afgetobd neerlagen als schapen zonder herder. Toen sprak Hij tot zijn leerlingen: “De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten.” (Mt. 9, 35-38). Deze woorden doe ons raar opkijken, want wij weten dat we eerst de aarde moeten omploegen, zaaien, verzorgen en op de juiste tijd oogsten. Jezus zegt in de plaats daarvan “de oogst is groot”. Maar wie deed het werk om dit resultaat op te leveren? Er is maar één antwoord: De Heer. Het is duidelijk dat de akkers waar Jezus over spreekt, de akkers van de mensheid zijn. De harde werker die ‘een groot oogst’ opbrengt, is de genade Gods, dat is, gemeenschap met Hem. Het gebed dat Jezus vraagt aan de Kerk betreft de noodzaak om het aantal dienaars van Zijn rijk te vermeerderen. De heilige Paulus, één van de ‘arbeiders Gods’, werkte met grote toewijding, onvermoeibaar, aan de zaak van het Evangelie en de Kerk. De apostel herinnert de Korinthiërs: “U bent Gods akker.” (1 Kor 3, 9). Daarom is het zo dat allereerst er verwondering optreed in ons hart over de oeverloze oogst die de Heer ons geeft; dan dankbaarheid voor de liefde die ons voorgaat en als laatste aanbidding voor het werk dat Hij in ons verricht, als wij open zijn voor Zijn handelen in ons leven.
Vaak bidden wij met de woorden van de psalmist: “de Heer is God; Hij schiep ons, wij horen aan Hem, zijn volk - Hij weidt het als schapen." (Ps. 100, 3) of “De Heer heeft zich Jakob verkoren, tot zijn eigendom Israël.” (Ps. 135, 4) Wij zijn Zijn bezit, maar niet als Zijn slaven, maar eerder als een sterke band dat ons aan God en aan elkaar verbindt, dat overeenstemt met Zijn eeuwig verbond met ons. “Eeuwig duurt zijn trouw” (Ps. 136) In het voorbeeld van de roeping van de profeet Jeremia, herinnert de Heer ons dat Hij steeds over ons waakt, zodat Zijn woord in ons waar mag worden. Vgl. Jer. 1, 11-12 Alles komt van Hem en is een geschenk van Hem: de wereld, leven, sterven, heden en toekomst, maar Paulus verzekert ons: “u bent van Christus en Christus is van God.” (1 Kor. 3, 23) Ons behoren aan de Heer, gebeurt door onze relatie met Jezus Christus. Het is Christus Die ons steeds oproept, vertrouwen te schenken aan Zijn woord om Hem te beminnen “en Hem beminnen met heel zijn hart, heel zijn verstand en heel zijn kracht en de naaste beminnen als zichzelf gaat boven alle brand - en slachtoffers.” (Mc. 12, 33). Daarom vraagt iedere roeping, zelfs de verschillende wegen van een roeping, altijd een tocht weg uit zichzelf, om zo Christus en het Evangelie als centrum van het leven te maken. Zowel in het gehuwd leven als in vormen van geconsacreerd of priesterlijk leven, dienen wij de denkwijzen, die geen rekening houden met Gods wil, te overstijgen. Het is een weg dat leidt tot het aanbidden van de Heer en een weg van dienstbaarheid aan onze broeders en zusters in geloof. Daarom zijn wij allen geroepen om Jezus Christus te beminnen met heel ons hart, opdat wij zouden geraakt worden door het zaad van het woord van het Evangelie die in ons mag groeien en zich vertalen in daden van liefde tot onze naaste. Wij moeten hier geen schrik voor hebben. De Heer volgt het werk van Zijn handen nauwgezet, in ieder fase van ons leven. Nooit laat Hij ons in de steek! Ten diepste leeft in Zijn hart het voltooien van Zijn plan voor ons, en toch wenst Hij die maar te bereiken met ons toestemming en samenwerking.
Ook vandaag, leeft en beweegt Jezus zich op de wegen van het gewone leven om zo dicht mogelijk bij mensen te komen, beginnend met de kleinste, om ons te genezen van onze zwakheid en ziekte. Luister nu allen die bij macht zijn te luisteren naar de stem van Christus die klinkt doorheen de Kerk en die op zoek kunnen gaan naar hun roeping. Ik nodig jullie allemaal uit om te luisteren naar Jezus en Hem te volgen, en laat je door hem van binnenuit omvormen door zijn woorden die “Geest en waarheid” zijn. Vgl. Joh. 6, 62 Maria, Jezus’ moeder, maar ook de onze, zegt tot ons: “Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.” (Joh. 2, 5) Het zal je helpen deel te nemen aan een gezamenlijke weg die in staat is je beste krachten in jou en rondom jou vrij te maken. Een roeping is een vrucht dat rijpt in een goed onderhouden akker van wederkerige liefde, dat wederkerige dienstbaarheid wordt in een kader van echt kerkelijk leven. Geen enkele roeping is geworden voor zichzelf of leeft voor zichzelf. Een roeping stroomt uit het hart van de Heer en bloeit open in de goede aarde van geloofsvolle mensen, in de ervaring van broederlijke liefde. Was het niet Jezus zelf die zei: “Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie Mijn leerlingen zijn.” (Joh. 13, 35)?
Lieve broeders en zusters, dit hoge standaard van christelijk leven Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 31 wil zeggen dat we ook tegen de tij ingaan, zowel in ons eigen leven, als tegen de tij van de maatschappij. Jezus zelf zegt het ons: “hij die het kwaad zelf is rooft wat hun in het hart is gezaaid of de zorg om het dagelijkse bestaan en de verleiding van de rijkdom het woord verstikken het, zodat het zonder vrucht blijft." Vgl. Mt. 13, 19-22 Al deze moeilijkheden ontmoedigen ons, doet ons denken om gemakkelijker wegen te volgen. Alhoewel, de ware vreugde van zij die geroepen zijn, bestaat er in te geloven en te beleven dat Hij, de Heer, altijd trouw is, dat wij met Hem onderweg zijn, samen met Hem leerlingen zijn en met Hem getuigen zijn van God’s liefde. Ons hart openend voor grote idealen en grote daden. “Wij Christenen zijn niet gekozen door de Heer voor kleine zaken te doen; ga vooruit naar de hoogste waarden. Verbind je leven aan edele idealen.” Paus Franciscus, Homilie, 5e Zondag van Pasen, waaronder het toedienen van het H. Vormsel aan 44 gedoopten - Sint Pietersplein, Een Christen wordt gekozen voor grote dingen (28 apr 2013), 3 Ik vraag alle Christengelovigen hun roepingenpastoraal in die richting te leggen, door jongeren op een weg van heiligheid te begeleiden door in een persoonlijk traject hun roeping uit te laten zuiveren. Een training als het ware zowel individueel als in een groep, met gekende methoden en nieuwe inzichten die groeien binnen de kerkgemeenschap. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 31
Laten we ons harten vormen tot “goede aarde”, door te luisteren naar het woord van de Heer, het in onze hart ontvangen en het om te zetten in ons eigen leven, om zo goede vrucht voort te brengen. Hoe meer we ons verenigen met Christus in gebed, Zijn Evangelie, de Eucharistie en de Sacramenten vieren en doorleven binnen de kerkgemeenschap als broeders en zusters onderling, hoe meer er in ons zal groeien: de vreugde van meewerken met de Heer in dienst van Zijn koninkrijk van barmhartigheid, waarheid, gerechtigheid en vrede. De oogst zal groot zijn, in verhouding tot de genade die wij beetje bij beetje toelaten in ons leven. Met deze wens en met de vraag te willen bidden voor mij, verleen ik mijn Apostolische zegen.
Franciscus