Wat onze voorgangers herhaaldelijk hebben geleerd omtrent de politieke gemeenschappen, willen wij met ons gezag bevestigen: deze gemeenschappen zijn subject van wederzijdse rechten en plichten. Daarom moeten hun onderlinge betrekkingen geregeld worden volgens de normen van de waarheid, de rechtvaardigheid, de effectieve solidariteit en de vrijheid. Dezelfde natuurwet, die de onderlinge verhouding bepaalt tussen de individuen, moet ook de betrekkingen regelen tussen de politieke gemeenschappen.