Het universeel algemeen welzijn stelt in onze tijd problemen van mondiale omvang, die alleen maar kunnen worden opgelost door een publiek gezag, uitgerust met een macht, een structuur en met middelen van een eveneens mondiale proportie, en met een activiteit, die zich over heel de wereld uitstrekt. Bijgevolg eist de morele orde zelf de instelling van een publiek gezag met een universele competentie.