DE DRIE-ENE GOD, EENHEID VAN DE MENSEN. HET CHRISTELIJK MONOTHEïSME TEGEN HET GEWELD(fragment)
(Soort document: Internationale Theologische Commissie)
17 januari 2014
De ontwikkeling - die in de moderne tijd, zeker ook onder invloed van het christendom, plaatsvindt - van het verschil tussen religie en politiek is ook een rijpingsproces in de hermeneutiek die in de lezing van de openbaring zelf plaatsvindt. Evengoed bevat het raadselachtige woord van Jezus over het Koninkrijk 'dat geweld lijdt' en waarin men met een krachttoer' binnentreedt (
Mt. 11, 12) een waarschuwing voor het gegeven dat de liefde blijft blootgesteld aan geweld. Per slot zou men evenzeer afstand moeten nemen van de schijn van redelijkheid waarmee zich een cultuur omhult die elke passie voor de eigen gerechtigheid brandmerkt als geneigd tot geweld. De woorden van het Bijbelse geloof die zich laten leiden door de metaforen van 'de naijver' van God voor zijn volk (en die op een bepaalde manier worden hernomen in de 'ijver' voor het huis van God
waarnaar Jezus' symbolische daad verwijst,
Vgl. Joh. 2, 17
Vgl. Ps. 69, 9
), moeten niet van iedere betekenis worden ontdaan. De meest ontroerende uitleg ervan komen we tegen in de Bijbel zelf, in de stichtelijke dialoog tussen Goden Abraham (
Gen. 8, 18-22), die pleit voor een volk dat toch niet het zijne is; of in die tussen God en Mozes (
Ex. 32, 32), die het aanbod afwijst zich te laten scheiden van zijn rebelse volk.
© 2014, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit het Italiaans: dr. Jörgen Vijgen