DE DRIE-ENE GOD, EENHEID VAN DE MENSEN. HET CHRISTELIJK MONOTHEïSME TEGEN HET GEWELD(fragment)
(Soort document: Internationale Theologische Commissie)
17 januari 2014
In elk genre blijkt ook voor de christelijke theologie een beoordeling nodig vanwege de waarde van authentieke openbaring die zij aan de oude Bijbelse geschriften toekent. Laten we er om te beginnen aan herinneren dat de kort samengevatte tegenstelling tussen een God met slechte bedoelingen, de 'toornende en krijgslustige God' en een goede, 'liefdevolle, vergevende' God als hermeneutische sleutel die een onderscheid maakt tussen de te verwerpen Hebreeuwse openbaring en de te aanvaarden evangelische, vanaf het begin van het christelijk tijdperk is afgewezen.
H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. IV,6,2: St.-Justinus, geciteerd door Ireneüs, wijst de stellingen van Marcion af: 'Et bene Justinus in eo libro qui est ad Marcionem ait quoniam Ipsi quoque Domino non credidissem alterum Deum annuntianti praeter Fabricatorem et Factorem et Nutritorem nostrum Vgl. H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. IV,20,4 Vgl. Tertullianus, Adversus Marcionem Met name de radicale tegenstelling van een slechte God van het Oude Testamenten een goede van het Nieuwe is met stellige beslistheid afgewezen. De stellige en onmiddellijke weigering van dit dualisme schijnt vanuit een bepaalde hoek zelfs verrassend, wanneer men oog heeft voor het duidelijk apologetische voordeel dat het had kunnen betekenen, hetzij om zich te bevrijden van de ongemakkelijke bladzijden met 'het geweld van God' die van de Bijbel deel uitmaken, hetzij om in duidelijk onaanvaardbare bewoordingen het verschil van de 'nieuwe religie' met het jodendom te markeren. Het is daarom bijzonder schokkend dat deze grove simplificatie tegenwoordig nog steeds wordt gehanteerd binnen een bepaalde volkse apologetiek (en zelfs in hoge culturele milieus).
© 2014, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit het Italiaans: dr. Jörgen Vijgen