H. Paus Johannes Paulus II - 11 oktober 1984
In het Magnificat van Maria weerklinken ook deze woorden: '(God) toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen' (Lc. 1, 51-53).
Het geopenbaarde woord toont hier de welwillendheid van God, welke zich uitstrekt over de geringen en kleinen aan wie Hij de geheimen van het rijk openbaarde Vgl. Mt. 11, 25 , en die Hij heeft overladen met zijn goederen en met hoop. Hij is de God van allen, maar verleent zijn barmhartigheid vooral aan de verschoppelingen van deze wereld.
Deze woorden van het Magnificat zijn een vooruitgrijpende weerklank van de zaligsprekingen: 'Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het rijk der hemelen ... Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden' (Mt. 5, 3-6). De Bijbelse werkelijkheid heeft haar grond in de vereenzelviging welke Christus met de armen tot stand brengt: 'Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan' (Mt. 25, 40).
Het voorbeeld van Christus' liefde voor de armen is voor de Kerk van Latijns-Amerika vooral geconcretiseerd sedert Medellin en Puebla in de zogenaamde voorkeurskeuze voor de armen.
In het perspectief van het aanstaande halve millennium van de evangelisatie staat de Kerk van Latijns-Amerika voor de zeer belangrijke taak welke zijn wortels heeft in het Evangelie. Er bestaat geen twijfel over, dat de Kerk volledig trouw moet zijn aan haar Heer door deze keuze in praktijk te brengen, door haar edelmoedige bijdrage te leveren aan het werk van de 'sociale bevrijding' van de menigte armen om tenslotte voor allen een rechtvaardigheid te verkrijgen welke overeenkomt met hun waardigheid als mensen en kinderen van God.
Maar deze belangrijke en dringende taak moet zij verwezenlijken in volledige trouw aan het Evangelie dat het gebruik van methoden van haat en geweld verbiedt;
Dit zijn enkele fundamentele verwijzingspunten welke de Kerk bij haar evangelisatie- en ontwikkelingswerk niet mag vergeten. Zij moeten in acht worden genomen in de praktijk en in de theologische bezinning, samen met de aanwijzingen van de Heilige Stoel in zijn recente 'Congregatie voor de Geloofsleer
Libertatis nuntius
Instructie over bepaalde aspecten van de Theologie van de Bevrijding
(6 augustus 1984)', uitgegeven door de Congregatie voor de Geloofsleer.
Op dit plechtige ogenblik wil ik opnieuw verklaren, dat de Paus, de Kerk en haar hiërarchie betrokken willen blijven bij de zaak van de armen, bij hun waardigheid, bij hun verheffing, bij hun rechten als persoon, bij hun verlangens naar een onontbeerlijke sociale rechtvaardigheid. Daarom moeten de kerkelijke personen en instellingen die volgens deze normen en in eenheid met hun herders werken en zich met een bewonderenswaardige edelmoedigheid aan de zaak van de armen wijden, zich vandaag niet geremd voelen, maar bevestigd en bemoedigd in hun bedoeling.