H. Paus Johannes Paulus II - 11 oktober 1984
In dezelfde brief aan de Korintiërs schrijft de apostel: 'Daarom verliezen wij nooit de moed, nu wij ... met deze dienst zijn belast. Wij hebben heimelijkheid en schaamte afgelegd, wij gaan niet met sluwheid te werk, wij vervalsen Gods woord niet. De openlijke verkondiging van de waarheid is onze aanbeveling bij alle mensen die ons voor het aanschijn van God willen beoordelen' (2 Kor. 4, 1-2).
Hoezeer moeten wij God danken voor de verkondigers van het Evangelie, die deze zending in deze geest hebben vervuld! Zij volbrachten namelijk hun taak met vrijmoedigheid en onverschrokkenheid zonder berekeningen ingegeven door menselijk arglistigheid. Daardoor verkondigden zij het woord van God in heel zijn ongeschondenheid. Zonder de praktische consequenties te verzwijgen, die uit de waardigheid van ieder mens als broeder in Christus en kind van God voortvloeien.
En wanneer machtsmisbruik zich tegen de weerloze keerde, ontbrak nooit de stem die een beroep deed op het geweten, de onderdrukking geselde, de waardigheid van de onrechtvaardig behandelde verdedigde, vooral van de zwakste. Met welk een kracht weerklinkt in de geesten het klare woord van fra Antonio de Montesinos, toen hij in de eerste gedocumenteerde homilie, die van de Advent 1511 - bij het begin van de evangelisatie - op deze zelfde plaatsen zijn stem verhief en krachtig de onderdrukking en de misbruiken tegen onschuldigen aanklaagde en uitriep: 'U bent allen in staat van doodzonde ... Zijn dit geen mensen? Hebben zij geen redelijke ziel? Bent u niet verplicht hen te beminnen als uzelf?'. Het was dezelfde stem van de bisschoppen, wanneer zij in de nieuwe wereld de titel zullen aannemen van 'beschermers van de indianen'.
Zo veranderde met de hulp en het onderricht aan de inheemsen de evangelische boodschap - ondanks de nog aanwezige zonde onder de christenen - in solidariteit met de zwakken. Terecht heeft een kroniekschrijver kunnen zeggen, dat 'men aan de religieuzen niet alleen de bovennatuurlijke leer te danken heeft, maar ook. .. dat zij de morele en politieke gebruiken leerden: alles tenslotte wat voor het menselijk leven noodzakelijk is'.
Gedurende deze noveen van jaren wil de Kerk van Latijns-Amerika grote aandacht besteden aan deze dubbele dimensie van het Evangelie. Dat vraagt de volledige geloofszin van het volk van God, welke tot uitdrukking komt in een volwassen christelijke overtuiging en in de verschillende vormen van 'volksreligiositeit', het getuigenis van de diepe wortels van de mysteries van God in het geweten en in het leven van grote menigten menselijke wezens.
Brengen wij daarvoor vurig dank aan de 'Heer van de oogst' voor alle weldaden welke Hij vanaf het begin tot vandaag aan de boodschappers van het goede nieuws verleende.