H. Paus Paulus VI - 4 oktober 1970
Op het ogenblik waarop de Organisatie van de Verenigde Naties haar 25-jarig bestaan viert, zijn wij blij haar door middel van uw hoge bemiddeling mét onze vertrouwvolle wensen de verzekering van onze sympathie alsmede onze instemming met haar universele roeping te betuigen. Ook heden nog hechten wij eraan opnieuw te zeggen, wat wij de eer hadden te verkondigen op 4 oktober 1965 voor het forum van uw vergadering: 'Deze organisatie vertegenwoordigt de weg die door de moderne beschaving wordt vereist om tot wereldvrede te geraken'. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot de 20ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (4 okt 1965)
Is een dergelijke verjaardag niet een gunstige gelegenheid voor een balans en een overdenking van de resultaten die in de loop van deze eerste kwarteeuw konden worden bereikt? Ook al konden de hoopvolle verwachtingen die de geboorte van uw instelling wekte misschien niet alle worden vervuld, men moet minstens erkennen, dat in de schoot van de Organisatie van de Verenigde Naties de wil van de regeringen en volkeren om daadwerkelijk samen te werken aan de opbouw van hun broederlijke eenheid op de meest zekere wijze tot uiting komt. Waar zouden trouwens allen beter een brug kunnen vinden om hen te verbinden, een tafel om bijeen te komen, een rechtbank om de zaak van de rechtvaardigheid en de vrede te bepleiten? Als de haarden van het geweld dan al voortdurend smeulen, hier en daar opflakkerend tot nieuwe gloed, toch doet het geweten van de mensheid zich steeds krachtiger gelden op dit bevoorrechte forum waar de mensen, over de tegenstellingen en particuliere belangenstrijd heen, dat onvervreemdbare deel van zichzelf hervinden dat allen verbindt: het menselijke in de mens.
Meer dan twintig jaar geleden werd door uw algemene vergadering het Verenigde Naties
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (10 december 1948) afgekondigd en dit blijft in onze ogen een van de mooiste eretekenen van deze vergadering. Voor allen, zonder aanzien van ras, leeftijd, geslacht of godsdienst, eerbied voor de menselijke waardigheid en de noodzakelijke voorwaarden voor de praktizering daarvan eisen, is dat niet luid en duidelijk gestalte geven aan het eenstemmig verlangen der harten en aan het universeel getuigenis van de gewetens? Geen enkele feitelijke schending zal de erkenning van dit onvervreemdbare recht kunnen aantasten. Maar wie zal in omstandigheden van voortgezette onderdrukking, die zo in strijd zijn met de aldus geproclameerde vereisten, de vernederden kunnen beletten toe te geven aan de bekoring van wat hun de oplossing van hun wanhoop lijkt te zijn? Ondanks onvermijdelijke mislukkingen en zoveel belemmeringen die door zijn complexiteit zelf aan een zo uitgebreid organisme worden opgelegd, moet het de eer zijn van uw vergadering haar stem te lenen aan degenen die niet over de middelen beschikken zich te doen horen, iedere onderdrukking, vanwaar ze ook komt, zonder zich te bekommeren om ideologieën, aan te wijzen en ervoor te zorgen, dat de noodkreten worden gehoord, de gerechtvaardigde verzoeken in overweging worden genomen, de zwakken worden beschermd tegen het geweld van de sterken en de vlam van de hoop aldus brandend wordt gehouden in de boezem van de meest vernederde mensheid. Niet aflatend, moet in het hart van ieder mens - 'want het werkelijke gevaar ligt bij de mens' - het woord worden herhaald: 'Wat hebt ge met uw broeder gedaan?', (Gen. 4, 10) die broeder die, voor zoveel gelovigen over de wereld, is getekend met het onuitwisbare beeld van de levende God, Vader van alle mensen. Vgl. Gen. 1, 26
Voor de volkeren evenals voor de mensen betekent spreken van rechten tevens vermelden van plichten. Wij zeiden het u reeds vijf jaar geleden: uw roeping is het elkaar te erkennen, met elkaar op weg te gaan, te weigeren, dat de een de ander overheerst, ervoor te zorgen, dat nooit meer de een tegen de ander strijdt, maar dat allen voor elkaar werken. Een grootse onderneming, die het zeer verdient om allen van goede wil te verenigen in een onmetelijke en onweerstaanbare samenzwering voor die integrale ontwikkeling van de mens en die solidaire ontwikkeling van de mensheid waartoe wij hen hebben durven uitnodigen in naam van een 'volledig humanisme', in onze encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Populorum Progressio
Over de ontwikkeling van de volken
(26 maart 1967). Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 42
Wie zou bij de dageraad van het tweede ontwikkelingsdecennium beter dan de Verenigde Naties en haar gespecialiseerde bureaus de aandacht kunnen vestigen op de uitdaging die aan heel de mensheid is gericht? Het gaat erom ervoor te zorgen, dat de volkeren, met volledig behoud van hun identiteit en hun oorspronkelijke levenswijze, het tenminste eens zijn over de middelen die moeten worden aangewend om hun gemeenschappelijk willen-leven te verzekeren en, voor enkelen van hen, hun voortbestaan. Laten wij het erkennen: het algemeen welzijn van de volkeren, groot of klein, eist van de staten, dat zij uitgaan boven alleen hun nationalistische belangen, opdat de mooiste plannen geen dode letter blijven en de best opgezette dialoogstructuren niet ontaarden in berekeningen die de mensheid in gevaar kunnen brengen.
De meest verbazing wekkende mogelijkheden tot vooruitgang die de mensheid ooit heeft gekend onvruchtbaar blijven maken in oorlogsbegrotingen, staat dat niet gelijk met die mensheid uit te leveren aan een duister en misschien fataal lot? Heeft het uur niet geslagen, dat de rede in opstand komt tegen de verschrikkelijke toekomst die zoveel verspilde energieën aan de wereld dreigen te bereiden? 'Dan smeden ze hun zwaarden tot ploegijzers om, en hun lansen tot sikkels'. (Jes. 2, 4) Moge uw niet aflatende volharding, in dienst gesteld van al de initiatieven tot wederzijdse en gecontroleerde ontwapening, in ons industriële tijdperk de verwerkelijking verzekeren van de aankondiging van de oude profeet uit de agrarische tijd en de hulpbronnen gebruiken die aldus ter beschikking worden gesteld van de wetenschappelijke vooruitgang, van de bewerking van de geweldige hulpbronnen van de landen en oceanen en van het onderhoud van alle leden van de menselijke familie in voortdurende groei: moge nooit het werk van de levenden worden gebruikt tegen het leven, maar integendeel worden aangewend om het te voeden en het werkelijk menselijk te maken! Met verbeeldingskracht, moed en doorzettingsvermogen zult u het aldus alle volkeren mogelijk maken op vreedzame wijze de plaats in te nemen die hun toekomt in het samenspel van de naties. Om deze nieuwe dynamiek te bevorderen, is, zo moet men zeggen, een radicale verandering van houding vereist, om 'op een nieuwe wijze te denken over de wegen van de geschiedenis en het lot van de mensheid', H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot de 20ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (4 okt 1965), 7 De geestelijke vooruitgang komt niet voort, is het nodig dat te benadrukken, uit materiële vooruitgang, waaraan alleen hij echter zijn ware zin geeft, als het resultaat van zijn oorzaak.
Het is daarom ook van kapitaal belang, dat uw organisatie onder de fundamentele rechten van de menselijke persoon heeft erkend, wat onze vereerde voorganger Johannes XXIII noemde 'het recht om volgens de juiste norm van het geweten God te eren en in het privéleven en in het openbare leven zijn godsdienst te belijden'. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 14 Het is die godsdienstvrijheid waarvan de kerk de gehele waarde opnieuw heeft bevestigd op het oecumenisch concilie. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 2 Maar helaas, dit recht, dat onder alle rechten heilig is, wordt voor miljoenen mensen, onschuldige slachtoffers van onduldbare godsdienstige discriminatie, straffeloos tot een aanfluiting gemaakt. Daarom wenden ook wij ons met vertrouwen tot uw edele vergadering, in de hoop, dat zij, op een zo fundamenteel terrein van het leven van de mensen, een houding zal weten te bevorderen die overeenkomt met de niet te onderdrukken stem van het geweten en gedragingen zal weten te verbieden die onverenigbaar zijn met de waardigheid van het menselijk geslacht.
Deze gemeenschap van vrije mensen die het ideaal blijft van de mensheid te moeten realiseren, geeft aan, van welke hoop uw organisatie de draagster is en over welke energie zij moet beschikken om aan een dergelijk program te voldoen. Maar volgens een zo juiste opmerking van een groot hedendaags denker: 'Hoe moeilijker deze onmetelijke taak is, des te meer moet zij een uitdaging zijn aan de mensen. De mensen komen slechts in beweging voor moeilijke zaken'. Jacques Maritain, Christianisme et Démocratie. Paris, éd. Hartmann, 1947, p. 71
Er bestaat inderdaad een gemeenschappelijk welzijn van de mensen en het is de taak van uw organisatie, wegens haar roeping tot universaliteit die haar bestaansreden is, dit niet aflatend te bevorderen. Ondanks de voortdurende spanningen en de weerstanden die onophoudelijk weer ontstaan, doet de eenheid van de mensen familie zich steeds meer gelden in een zelfde afwijzing van onrecht en oorlog en in dezelfde hoop op een broederlijke wereld waarin personen en gemeenschappen zich vrij kunnen ontplooien volgens hun materiële, intellectuele en geestelijke gaven. Te midden van de ergste botsingen ontspringt des te sterker het verlangen naar een wereld waarin niet meer de kracht - heel speciaal die van de machtigsten - met zijn egoïstisch en blind gewicht domineert, maar die de uitdrukking is van een grotere en hogere verantwoordelijkheid in dienst van een vrije en vruchtbare samenwerking tussen alle menselijke groeperingen, in wederzijds respect voor hun eigen waarden.
Is het niet de roeping van de Verenigde Naties de staten te beveiligen voor de verleidingen die hen bespringen, samenhang te geven aan allen van goede wil en de volkeren te helpen op hun weg naar een maatschappij waarin iedereen wordt erkend, gerespecteerd en gesteund in zijn poging tot geestelijke groei, tot een grotere beheersing van zichzelf, in een authentieke vrijheid? Ja, het werk van de mens en de veroveringen van het menselijk talent sluiten aan bij het plan van de scheppende en verlossende God, op voorwaarde dat zijn verstand en zijn hart zich verheffen tot het niveau van zijn wetenschap en van zijn techniek en de krachten van verdeeldheid, ja van ontbinding, die steeds werkzaam zijn in de mensheid, weten uit te roeien.
Daarom spreken wij opnieuw ons vertrouwen uit, dat uw organisatie zal weten te beantwoorden aan de ontzaglijke hoop op een broederlijke wereldgemeenschap waarin ieder een werkelijk menselijk leven kan leiden. Als leerlingen van Hem die zijn leven heeft gegeven om de verstrooide kinderen van God weer te verenigen, willen de christenen van hun kant, gedragen door de hoop die zij hebben geput uit de boodschap van Christus, zich met energie in samenwerking met alle mensen van harte aan dit grote werk wijden. Moge de Verenigde Naties, op de plaats zonder weerga die zij inneemt, er zich vastberaden aan geven en voorop gaan met vertrouwen en onverschrokkenheid. Over deze edelmoedige toekomst in onbaatzuchtige dienst aan alle mensen en alle volkeren roepen wij van ganser harte de zegeningen van de Almachtige af.
Vanuit het Vaticaan, 4 oktober 1970
Paus Paulus VI