Paus Pius XI - 31 december 1930
Ziedaar dus, wat het tweede huwelijksgoed, de trouw, omvat: eenheid, kuisheid, liefde, en eervolle, edele gehoorzaamheid; woorden, die even zovele uitdrukkingen zijn van zegeningen voor de echtgenoten en de echtvereniging. Deze moeten de waarborg zijn voor het bestaan en de bevordering van vrede, waardigheid en geluk in het huwelijk. Het is dan ook geen wonder, dat men deze trouw altijd onder de voortreffelijkste goederen gerekend heeft die aan het huwelijk eigen zijn.