Paus Pius XI - 31 december 1930
Daarom vordert deze trouw op de eerste plaats de absolute eenheid van het huwelijk, Deze eenheid heeft de Schepper zelf in het huwelijk onzer eerste ouders van de aanvang af vastgesteld, daar Hij dit huwelijk slechts wilde laten bestaan tussen één man en één vrouw. Nu heeft God, de hoogste wetgever, later deze oorspronkelijke wet wel voor een tijd enigszins verzacht; maar zonder enige twijfel heeft de wet van het Evangelie deze oorspronkelijke volmaakte eenheid volkomen hersteld, en iedere dispensatie afgeschaft. De woorden van Christus en de voortdurende leer en praktijk der Kerk zijn hiervoor een evident bewijs. Terecht heeft daarom de heilige kerkvergadering van Trente de plechtige uitspraak gedaan: "Christus de Heer heeft nog uitdrukkelijker geleerd, dat door de huwelijksband slechts twee personen met elkander verbonden en verenigd worden, toen Hij zei: Zij zijn dus geen twee meer, maar één vlees." Concilie van Trente, 24e Zitting - Leer over het Sacrament van het Huwelijk, Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii (11 nov 1563), 2. DS 1798
Niet alleen echter heeft Christus de Heer een verbod bedoeld van iedere vorm van zg. polygamie en polyandrie, hetzij men, staande het huwelijk, achtereenvolgens of gelijktijdig met meerderen samenleeft; niet alleen heeft Hij iedere uitwendige oneerbare daad willen verbieden; maar, om de onschendbaarheid der heilige grenzen van het huwelijk volkomen te verzekeren, heeft Hij zelfs alle vrijwillige gedachten en begeerten op dit gebied eveneens verboden: "Maar Ik zeg u: al wie een vrouw beziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart." (Mt. 5, 28) Deze woorden van Christus de Heer kunnen zelfs niet door de toestemming der andere partij in het huwelijk buiten werking worden gesteld; immers, zij drukken een wet van God en van de natuur uit, waaraan geen menselijke wil ooit iets verwikken of verwegen kan. Vgl. Heilig Officie, Diverse dwalingen aangaande de moraal, Errores varii de rebus moralibus (2 mrt 1679), 50. (DH 2150)
Ja, om te maken, dat het goed der huwelijkstrouw in zijn volle luister strale, moet zelfs de intieme omgang tussen de echtgenoten zelf het zegel der kuisheid dragen. De echtgenoten moeten zich daarom in alles gedragen overeenkomstig de regel van de wet van God en van de natuur, en hun best doen om de wil van de alwijze, heilige Schepper altijd met grote eerbied voor Gods werk te volbrengen.