CASTI CONNUBIIOver het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken
(Soort document: Paus Pius XI - Encycliek)
Paus Pius XI -
31 december 1930
Als de hulp van particulieren niet voldoende is, dan behoort het tot de taak der overheid, de ontoereikende krachten der particulieren aan te vullen. Dit geldt vooral in een zaak van zoveel belang voor het algemeen welzijn als een waarlijk menswaardig bestaan voor de gezinnen en de gehuwden. Immers, als de gezinnen, vooral de kinderrijke gezinnen, geen behoorlijke woning hebben; als de man geen gelegenheid tot werk en tot het verdienen van het levensonderhoud kan vinden; als de dagelijkse levensbehoeften slechts tegen buitensporige prijzen te koop zijn; als zelfs de huismoeder tot groot nadeel voor haar huishouden genoodzaakt is de last op zich te nemen om door eigen arbeid te gaan verdienen; als de moeder bij de gewone of zelfs buitengewone bezwaren van het moeder worden geen behoorlijk voedsel, geen geneesmiddelen, geen hulp van een bekwaam geneesheer en meer dergelijke zaken kan hebben, dan ziet toch iedereen in, hoe moeilijk voor de echtgenoten de huiselijke samenleving en de onderhouding van Gods geboden wordt. Het gevolg zal immers zijn, dat hun de moed begint te ontzinken. Maar dan ziet men ook in, welk een gevaar daaruit kan volgen voor de openbare rust en voor het welzijn, ja het bestaan zelfs der burgerlijke maatschappij; als namelijk dergelijke mensen tot zulk een graad van wanhoop komen, dat zij wellicht grote verwachtingen gaan stellen op een algehele omverwerping der maatschappij, daar zij immers toch niets meer te verliezen hebben.
En hier moeten wij met droefheid constateren: niet zelden biedt men, tegen de juiste orde in, aan een onwettige moeder met een onwettig kind (die men, óók ter voorkoming van groter kwaad ongetwijfeld moet helpen) zeer gemakkelijk, spoedig en in overvloed de hulp aan, die aan een wettige moeder geweigerd wordt, of zo karig wordt verleend, dat zij als tegen wil en dank schijnt afgedwongen.