
Paus Pius XI - 31 december 1930
Er zijn er namelijk die een al te grote zorg hebben voor de eugenetische doeleinden. Zij stellen zich niet tevreden heilzame raad te geven om de gezondheid en de fysieke welstand van het toekomstige kind te verzekeren; dat is ongetwijfeld niet in strijd met het gezond verstand. Maar zij gaan verder. Zij stellen het eugenetische doel boven alle andere doeleinden, zelfs boven die van hogere orde, en zij zouden van de kant van het openbaar gezag het huwelijk verboden willen zien voor allen, van wie men naar hun oordeel, volgens de normen en gissingen van hun vak, op grond van erfelijkheid gebrekkige en ongezonde kinderen zou moeten verwachten, ook al zouden die personen per se wel de vereiste geschiktheid hebben voor het huwelijk. Nog meer; zij eisen wettelijke bepalingen, krachtens welke zulk personen ook tegen hun wil door medisch ingrijpen van hun natuurlijk vermogen beroofd worden, en dat niet als lijfstraf voor een bedreven misdaad, op vordering van het openbaar gezag, of om misdaden van reeds schuldigen in de toekomst onmogelijk te maken, maar omdat zij, tegen alle goddelijk en menselijk recht in, voor de overheden een bevoegdheid opvorderen, die deze nooit gehad hebben en nooit wettig kunnen hebben.