Paus Pius XI - 31 december 1930
Laten wij dus beginnen met de bespreking van de oorzaken van het kwaad. De diepste wortel er van is deze met ophef verkondigde leer: het huwelijk is geen instelling van de Schepper van de natuur, en door Christus niet tot de waardigheid van een waar sacrament verheven, maar slechts een menselijke uitvinding. In de natuur zelf en in haar wetten, zo verzekeren zij, hebben zij geen spoor van het huwelijk gevonden. Zij hebben daar alleen het voortplantingsvermogen ontdekt en een geweldige drang om dat instinct op alle mogelijke wijzen te bevredigen. Anderen echter erkennen; de natuur van de mens geeft wel aanwijzingen voor een zeker beginstadium en als het ware de kiemen van een echt huwelijk, in deze zin namelijk, dat er zonder een of andere duurzame band niet goed gezorgd zou zijn voor de waardigheid der echtgenoten en voor het doel van de natuur; de verwekking en de opvoeding van kinderen. Toch beweren ook zij, dat het eigenlijke huwelijk, als verder gaande dan de grenzen van zulk een beginstadium, uitsluitend een uitvinding van de menselijke geest en uitsluitend een instelling van de menselijke wil is. Daaruit ontstond het door een samenloop van verschillende oorzaken.
Al deze beweringen zijn ernstige dwalingen en een schandelijke afwijking van de goede zeden. Dat staat reeds vast uit hetgeen wij in deze encycliek hebben uiteengezet omtrent de oorsprong en de natuur van het huwelijk, omtrent zijn doeleinden en omtrent de goederen, die er inherent aan zijn. Dat deze leerstellingen zeer verderfelijk zijn, blijkt echter ook zonneklaar uit de gevolgtrekkingen, die de verdedigers er van zelf er uit afleiden. Ziehier namelijk die gevolgtrekkingen: de wetten, instellingen en gebruiken, die het huwelijk regelen, staan, als producten uitsluitend van de wil der mensen, ook uitsluitend onder die wil; zij mogen en moeten dus volgens goedvinden der mensen en volgens de wisselende omstandigheden, waarin het mensdom zich bevindt, ingesteld, gewijzigd en afgeschaft worden. Het voortplantingsvermogen echter, als berustend op de natuur zelf, is heiliger en gaat verder dan het huwelijk. Het mag dus uitgeoefend worden zowel buiten als binnen de begrenzing van het huwelijk, alsof de ongebondenheid van een schaamteloze vrouw zowat dezelfde rechten zou genieten als het reine moederschap van een wettige echtgenote!