Paus Pius XI - 31 december 1930
Niet alleen echter heeft Christus de Heer een verbod bedoeld van iedere vorm van zg. polygamie en polyandrie, hetzij men, staande het huwelijk, achtereenvolgens of gelijktijdig met meerderen samenleeft; niet alleen heeft Hij iedere uitwendige oneerbare daad willen verbieden; maar, om de onschendbaarheid der heilige grenzen van het huwelijk volkomen te verzekeren, heeft Hij zelfs alle vrijwillige gedachten en begeerten op dit gebied eveneens verboden: "Maar Ik zeg u: al wie een vrouw beziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart." (Mt. 5, 28) Deze woorden van Christus de Heer kunnen zelfs niet door de toestemming der andere partij in het huwelijk buiten werking worden gesteld; immers, zij drukken een wet van God en van de natuur uit, waaraan geen menselijke wil ooit iets verwikken of verwegen kan. Vgl. Heilig Officie, Diverse dwalingen aangaande de moraal, Errores varii de rebus moralibus (2 mrt 1679), 50. (DH 2150)