Na voltooiing van de instructie moeten alle akten, in drievoud, met toevoeging van nuttige bemerkingen om de bewijsvoering op de juiste waarde te kunnen schatten, naar de Congregatie voor de Geloofsleer gestuurd worden, tezamen met het votum van de Ordinarius betreffende de waarheid van de inhoud en aangaande het ontbreken van het gevaar van ergernis.