
Paus Franciscus - 29 december 2013
Geliefde broers en zussen goede dag!
Op deze zondag na Kerstmis, nodigt de Liturgie ons uit het feest van de Heilige Familie van Nazareth te vieren. Inderdaad, elke kerststal toont ons Jezus samen met Onze Lieve Vrouw en Sint Jozef in de grot van Betlehem. God wilde geboren worden in een menselijk gezin, wilde een vader en moeder hebben, zoals wij.
En vandaag toont het Evangelie ons de heilige Familie op de kruisweg van de ballingschap, op zoek naar onderkomen in Egypte. Jozef, Maria en Jezus ervaren de dramatische situatie van de vluchtelingen, getekend door angst, onzekerheid, ongemak. Vgl. Mt. 2, 13-15.19-23 Spijtig genoeg zullen op onze dagen miljoenen gezinnen zich in die trieste werkelijkheid erkennen. Haast elke dag berichten de televisie en de kranten over vluchtelingen die honger, oorlog en andere ernstige gevaren ontvluchten op zoek naar veiligheid en een waardig leven voor zichzelf en voor het eigen gezin.
Vluchtelingen en immigranten, zelfs wanneer ze werk hebben, vinden ver van huis niet altijd echt onthaal, respect, waardering voor de waarden waarvan zij de dragers zijn. Hun terechte verwachtingen botsen met ingewikkelde situaties en moeilijkheden die soms onoverkomelijk lijken. Daarom denken we, terwijl we onze blik richten op de heilige Familie van Nazareth die vluchteling wordt, aan het drama van die migranten en vluchtelingen die slachtoffer zijn van afwijzing en van uitbuiting, die slachtoffer zijn van mensenhandel en slavenarbeid. Maar we denken ook aan die andere “ballingen”. Ik noem ze “verborgen ballingen”, ballingen binnen de gezinnen zelf: de bejaarden, bijvoorbeeld, die soms behandeld worden als hinderlijke aanwezigen. Dikwijls denk ik dat het beste teken om te weten hoe een gezin er aan toe is erin bestaat te zien hoe het omgaat met de kinderen en de bejaarden in zijn schoot.
Jezus heeft tot een gezin willen behoren dat deze moeilijkheden heeft ervaren opdat niemand zich van de liefdevolle nabijheid van God uitgesloten zou voelen. De vlucht naar Egypte omwille van de bedreigingen van Herodes laat ons zien dat God daar is waar de mens in gevaar verkeert, daar waar de mens lijdt, daar waar hij ontsnapt, waar hij afwijzing en verwaarlozing ervaart. Maar God is ook daar waar de mens droomt, hoopt in vrijheid naar zijn vaderland terug te keren, plannen maakt en kiest voor het leven en voor zijn waardigheid en die van zijn gezinsleden.
Vandaag wordt onze blik op de heilige Familie getroffen door de eenvoud van leven dat ze in Nazareth leidt. Het is een voorbeeld dat voor onze gezinnen weldadig is, het helpt hen steeds meer gemeenschap van liefde en van verzoening te worden, waarbinnen men tederheid, wederkerige hulp, wederzijdse vergiffenis ervaart. Laten we ons de drie sleutelwoorden herinneren om in het gezin in vrede en vreugde te leven: mag ik, dankjewel, excuus. Wanneer men in een gezin niet opdringerig wil zijn en “mag ik” vraagt, wanneer men in een gezin niet egoïstisch is en men “dankjewel” leert zeggen en wanneer men in een gezin, wanneer men vaststelt iets verkeerds te hebben gedaan, “excuus” vraagt, in een dergelijk gezin is er vrede en vreugde. Laten we ons deze drie woorden herinneren. Allemaal samen kunnen we ze herhalen: mag ik, dankjewel, excuus
(Allen: mag ik, dankjewel, excuus!)
Ik zou de gezinnen ook willen aansporen bewust te worden dat ze in de Kerk en in de samenleving van belang zijn. De verkondiging van het Evangelie gebeurt eerst in de gezinnen om langs die weg de verschillende kringen van het dagelijkse leven te bereiken.
Geliefde broers en zussen,
het komende Consistorie en de komende bisschoppensynode zullen over het thema van het gezin handelen. De voorbereidende fase is reeds enige tijd bezig. Daarom wil ik vandaag, op het feest van de Heilige Familie, aan Jezus, Maria en Jozef dit synodale werk toevertrouwen door te bidden voor de gezinnen van heel de wereld. Ik nodig jullie uit spiritueel aan te sluiten bij het gebed dat ik nu voorbid: