
H. Paus Johannes XXIII - 11 november 1961
AETERNA DEI SAPIENTIA Over de heilige Paus en Kerkleraar Leo I de Grote bij gelegenheid van zijn 1500ste sterfdag |
|||
► | Laatste aansporingen |
Eerbiedwaardige Broeders, Wij zien in de vijftiende eeuw na het afsterven van de H. Leo de Grote dat de Kerk door moeilijkheden en zorgen gedrukt wordt, waarvan Wij beweerd hebben dat zij enige gelijkenis vertonen met de stroom van moeilijkheden, waardoor de Kerk in de loop van de vijfde eeuw werd verontrust. Hoeveel stormen immers bestoken in onze tijd de Kerk en storten zich dan ook over Ons hart! En heeft de goddelijke Verlosser het ons duidelijk voorspeld!
Wij constateren dat op vele plaatsen "het geloof in het Evangelie" Vgl. Fil. 1, 27 in groot gevaar wordt gebracht; wij zien dat er ergens getracht wordt - doch meestal tevergeefs - om de Bisschoppen, de priesters en de gelovigen zich rampzalig te laten afscheiden van dit bolwerk van katholieke eenheid, namelijk van de Stoel van Rome.
Opdat dit soort gevaar van het gebied van de Kerk wordt geweerd, zullen Wij met vertrouwen op de bescherming en het geloof van deze Paus een beroep doen, die door zijn initiatieven, zijn gepubliceerde geschriften en zijn geduldig gedragen leed verreweg de grootste was voor de zaak van de Katholieke eenheid.
Tot hen echter, die om reden van de waarheid en de rechtvaardigheid zuchten, richten wij deze troostrijke woorden, die de H. Leo eertijds tot de geestelijkheid, de wereldlijke overheid en het volk van Constantinopel gesproken heeft: "volhardt dus in de geest van het katholieke geloof en aanvaardt door onze bediening van het woord de aanmoediging van de Apostel: "Want dan valt u de genade ten deel niet alleen in Christus te geloven maar ook voor Hem te lijden" (Fil. 1, 29) H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. Ep. 50, 2, ad Const.: PL 54, 843
"Daar nu alle gelovigen tezamen en ieder afzonderlijk één en dezelfde tempel van God vormen, moet deze zowel in allen als in de enkelingen volmaakt zijn: Want ofschoon alle leden niet dezelfde schoonheid bezitten en er in zo'n grote verscheidenheid van delen geen gelijkheid van verdiensten kan zijn, toch wordt door de band van de liefde een gemeenschappelijke luister verkregen. Want ofschoon zij, eensgezind in de heilige liefde niet dezelfde weldaden van de genade ontvangen, verheugen zij zich toch met elkaar over hun goederen en wat men ook bemint, het kan niet buiten hen omgaan, want zij, die zich verheugen over de vooruitgang van anderen, verrijken zichzelf". H. Paus Leo I de Grote Serm. 48, 1, de Quadrag. PL 54, 298-299
"Dan slechts wordt het volk van God zeer machtig, wanneer de harten van alle gelovigen in de eenheid van de heilige gehoorzaamheid overeenstemmen, en wanneer in het kamp der christenen de uitrusting tot de strijd en de verdediging overal hetzelfde zijn". H. Paus Leo I de Grote Ep. 88, 2, PL 54, 441-442
"Want de werken van de duivel zullen dan met des te meer kracht vernietigd worden, wanneer de harten der mensen op die liefde jegens God en de naaste worden gericht". H. Paus Leo I de Grote Ep. 95, 2, ad Pulcheriam august. PL. 54, 943
Gegeven te Rome bij Sint Petrus, 11 november van het jaar 1961, het vierde van Ons Pontificaat.Paus Johannes XXIII