H. Paus Johannes XXIII - 11 november 1961
Volgens de mening dus van de H. Leo is de Bisschop van Rome als opvolger van Petrus en als Plaatsbekleder van Christus op aarde het hoofd en de top van iedere mogelijke eenheid, waaruit de Katholieke Kerk is samengesteld. Deze mening van de H. Leo, van ouds overgeleverd, is vast gegrondvest op het Evangelie en de Katholieke leer; dit blijkt zeer duidelijk uit deze woorden:
"Uit de gehele wereld wordt één Petrus gekozen , om aan het hoofd te staan van de geloofsverkondiging van alle volkeren en om gesteld te worden boven alle apostelen en vaders van de kerk: zodat, ofschoon er onder het volk Gods vele priesters en vele herders zijn, zij allen toch in feite bestuurd worden door Petrus , zoals zij ook oorspronkelijk door Christus worden bestuurd. Mijn geliefden , God heeft aan deze man een groot en bewonderenswaardig aandeel aan zijn macht geschonken ; en indien Hij andere gezagsdragers iets van Hem wilde schenken, dan heeft Hij het hun niet geweigerd, maar het hun steeds slechts door deze man gegeven." H. Paus Leo I de Grote, Sermones. Serm. 4,2 de Natali ipsius, PL 54, 149-150
Daar hij van mening is dat de rechtsmacht, door God als een onverbreekbare band tussen Petrus en de andere Apostelen geschonken fundamenteel is voor de Katholieke eenheid, bevestigt hij deze waarheid in de volgende woorden:
"deze rechtsmacht, namelijk van te binden en te ontbinden, is ook op de andere apostelen overgegaan en de bepaling van dit besluit heeft zijn weg gevonden naar alle gezagsdragers van de Kerk maar niet tevergeefs wordt aan een toevertrouwd, opdat het aan alle anderen wordt medegedeeld. Deze macht wordt daarom dan ook speciaal aan Petrus gegeven omdat persoon van Petrus aan het hoofd geplaatst is van alle bestuurders van de Kerk.". H. Paus Leo I de Grote, Sermones. Serm. 4,2 de natali ipsius, PL 54, 151 Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. Sermo 83, 2, in natali s. Petris Apost. PL 54, 430