H. Paus Johannes XXIII - 11 november 1961
Maar behalve dat de H. Leo een waakzaam herder van de kudde van Christus was en een grootmoedig beschermer van het ware geloof, moet hij bovendien geëerd worden als Kerkleraar, als de buitengewone vertolker en voorvechter van die goddelijke waarheden, die door elke Paus worden bewaard en verkondigd.
Dit wordt ook bevestigd door de woorden van Onze Voorganger Benedictus XIV roemrijker gedachtenis, die in zijn apostolische Constitutie "Paus Benedictus XIV - Apostolische Constitutie
Militantis Ecclesiae
H. Leo I tot Kerkleraar verheven (12 oktober 1754)" van 12 oktober 1754 de H. Leo tot Kerkleraar heeft verheven:
"Wegens zijn uitstekende deugd, zijn leer en zij onvermoeide ijver in de zielzorg werd hij door onze voorvaders terecht "de Grote" genoemd. De superioriteit van zijn leer, zowel in het verklaren van de grote mysteries van het geloof en het beschermen ervan tegen de opkomende dwalingen als in de formulering van de regels der tucht en van de voorschriften der zedenleer, dit alles in de bijzondere waardigheid en rijkdom van zijn priesterlijke stijl, is zo opvallend, wordt door de lof van zoveel mensen overladen en door zoveel eenparige geestdrift van Concilies, Kerkvaders en kerkelijke schrijvers onderscheiden, dat deze zo wijze Paus bij bijna geen enkele van de H. Kerkleraren, die in de Kerk hebben uitgemunt, in roem en achting schijnt te moeten worden achtergesteld". Paus Benedictus XIV, Apostolische Constitutie, H. Leo I tot Kerkleraar verheven, Militantis Ecclesiae (12 okt 1754). Opera omnia, vol. 18 Bullarium, tom. III, pars II, Prati 1847, p. 205
De roem van de H. Leo als Kerkleraar schijnt men vooral te moeten toeschrijven aan zijn "H. Paus Leo I de Grote
Sermones ()" en "H. Paus Leo I de Grote
Epistulae
Brieven ()", waarvan een niet gering aantal tot ons is gekomen.
Zijn "H. Paus Leo I de Grote
Sermones ()" omvatten verschillende kwesties, waarvan verreweg de meeste betrekking hebben op de christelijke feesten. Hij is niet zozeer in zijn geschriften een exegeet, die een of ander boek van de H. Schrift uiteenzet of een theoloog, die zich bezig houdt met het navorsen van een goddelijke waarheid, maar hij toont zich een religieus, fijn en talentvol verklaarder van de christelijke mysteries volgens het geloof van de Concilies, de Kerkvaders en vooral van zijn Voorgangers.
Hij bedient zich van een eenvoudige en krachtige, verheven en overtuigende stijl, die zonder enige twijfel kan beschouwd worden, wat soort en vorm betreft, als klassieke welsprekendheid. Maar nooit lijdt de duidelijkheid bij het verklaren van een waarheid onder een kunstige vorm; nooit spreekt of schrijft hij om zich te verzekeren van de bewondering van zijn toehoorders, maar om hun geest te verlichten, en hen aan te sporen tot die levenswijze, die in overeenstemming is met de waarheden, die zij belijden.
In zijn "H. Paus Leo I de Grote
Epistulae
Brieven ()" echter, die hij krachtens zijn ambt aan de Bisschoppen, staatshoofden, priesters, diakens en kloosterlingen van de gehele Kerk zond, toont de H. Leo zich op ieder gebied zeer ervaren in zijn beleid: hij bezit een scherpzinnige geest en een zo groot mogelijke praktische ervaring, die vastbesloten is tot handelen; hij blijkt ook onwrikbaar te zijn in zijn bedachtzaam genomen besluiten, gemakkelijk ook bereid tot vaderlijke toegevendheid en tenslotte brandend van die liefde, die de H. Paulus aan al zijn gelovigen voorhoudt als "de beste weg" (1 Kor. 12, 31).
Is er wel iemand, die niet zou erkennen, dat deze zin voor rechtvaardigheid, verbonden met gevoelens van barmhartigheid en dat deze wil tot krachtig optreden, verbonden met het verlangen naar zachtmoedigheid waarvan zijn ziel doordrongen was, uit die liefde voort moet komen die Jesus Christus de H. Apostel Petrus Hem heeft willen doen beloven voordat Hij hem zijn lammeren en schapen gaf om deze te weiden en te besturen?. Vgl. Joh. 21, 15 - 17
Inderdaad heeft hij zich er altijd op toegelegd om zichzelf te beschouwen als een voorbeeld van Christus, de goede herder, zoals vooral uit de volgende passage blijkt:
"Laten wij ons van de ene kant omringen met de zachtmoedigheid van de toegevendheid, van de andere kant met de gestrengheid van de rechtvaardigheid. En daar het gehele leven van de Heer gekenmerkt wordt door barmhartigheid en waarheid, worden wij overeenkomstig de liefde, die de Apostolische Stoel eigen is, gedwongen ons gevoelen zó te beheersen, dat wij sommige fouten hoe dan ook moeten verdragen en andere diep moeten wegsnijden, na de zwaarte ervan niet met een en dezelfde maat gewogen te hebben". H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. Ep. 12, 5, ad Episc. africanos PL 54, 652
Zowel de H. Paus Leo I de Grote
Sermones () als de H. Paus Leo I de Grote
Epistulae
Brieven () vormen in alle opzichten een duidelijk bewijs van de gedachten en de gevoelens, van de woorden en de daden van de H. Leo, die met volle toewijding streefde naar het welzijn van de Katholieke Kerk en dit in waarheid, eensgezindheid en in vrede trachtte te doen voortbestaan.