• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Voor iedereen is het immers voldoende met een vlugge oogopslag de wonderbaarlijke en onafgebroken activiteit te beschouwen, die de H. Leo bij zijn werkzaamheden als herder en schrijver aan de dag heeft gelegd, om ervan overtuigd te zijn dat hij de beschermer is geweest van de integriteit van de leer en van de zeden en de verdediger van de eenheid der Kerk.

Indien men zijn aandacht richt op het gebied van de liturgie, zal men zonder moeite de zekerheid krijgen dat deze vrome en heilige Paus uitstekend heeft gezorgd voor de eenheid van de goddelijke eredienst: dit blijkt wel uit sommige belangrijke gebeden, die hij zelf heeft geschreven of die door anderen, die hem hebben nagevolgd, zijn samengesteld en die vervat liggen in het "Sacramentarium Leonianum". H. Paus Leo I de Grote, Sacramentarium Leonianum. Migne, PL. 55, 21-156

Vóór alles dient men op te merken dat de H. Leo, toen hij op het juiste moment in een belangrijke strijd verwikkeld was die erover ging of in Jezus Christus, naast de goddelijke, ook een menselijke natuur aanwezig was, het zover heeft gebracht dat de ware leer over de menswording van het Woord Gods op prachtige wijze heeft gezegevierd; deze opvallende overwinning blijft zeker in de herinnering van het gehele nageslacht.

Deze leer is vooral ontleend aan zijn H. Paus Leo I de Grote
Lectis dilectionis tuae - Tomus I Leonis
Over de Menswording van het Woord van God - Aan Bisschop Flavianus
(13 juni 449)
, een Bisschop van Constantinopel, waarin de H. Leo met een bijzondere duidelijkheid en in eigen woorden het dogma van de menswording van Gods Zoon uiteenzet door het te vergelijken met de leer van de profeten, vervolgens met de woorden van het Evangelie en van de apostolische schrijvers en tenslotte met het "Symbolum fidei". H. Paus Leo I de Grote, Symbolum fidei. Migne, PL. 54, 757

Wij willen uit deze Brief de volgende betekenisvolle woorden aanhalen:

"Met behoud dus van de eigenschappen van beide naturen en substanties, in één persoon verenigd, heeft de majesteit de nederigheid, de deugd de zwakte, de eeuwigheid de sterfelijkheid in zich opgenomen: En om te voldoen aan de verplichting van onze toestand, heeft de onschendbare natuur zich met onze schendbare verenigd: en wel zó dat, in overeenstemming met ons heil, de een en dezelfde bemiddelaar tussen God en de mensen, de mens Jezus Christus, enerzijds kon sterven en anderzijds niet kon sterven. In de gehele en volmaakte natuur dus van de waarachtige mens is de waarachtige God geboren, geheel God en geheel mens" H. Paus Leo I de Grote, Over de Menswording van het Woord van God - Aan Bisschop Flavianus, Lectis dilectionis tuae - Tomus I Leonis (13 juni 449), 3. Epistula ad Flavianum, nr. 3

Maar dit was nog niet voldoende. Want na zijn Brief aan Flavianus geschreven te hebben, waarin hij vollediger had uiteengezet "wat de gehele katholieke Kerk over het geheim van de menswording van de Heer gelooft en leert" Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 29 ad Theodosium august: PL 54, 783, heeft de H. Leo de Synode van Efese, bijeengeroepen in 449, veroordeeld, waarin de aanwezigen op onwettige wijze en met geweld niet onbeproefd hadden gelaten om de valse leerstellingen "van de zeer onwetende en al te onervaren Eutyches" Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 28: PL 54, 756 te doen zegevieren, die hardnekkig beweerde dat er in Christus maar één natuur is, namelijk de goddelijke.

Met het volste recht heeft de Paus deze als "roversynode" (latrocinium Ephesinum) gebrandmerkt Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 95, 2, ad Pulcheriam august: PL 54, 943, aangezien zij zich tegen de bevelen van de Apostolische Stoel in, met alle gewelddadige middelen zoveel had aangematigd en opgeëist, dat zij van de ene kant "afbreuk deed aan het katholieke geloof" Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 95, 2, ad Pulcheriam august: PL 54, 943 en van de andere kant "steun gaf aan een vervloekte ketterij". Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 95, 2, ad Pulcheriam august: PL 54, 943

Vooral echter wordt de H. Leo met alle lof geprezen wegens het Concilie van Chalcedon in 451, dat, al dwong keizer Marcianus het af, de Paus slechts heeft laten bijeenroepen onder voorwaarde dat namelijk zijn legaten zouden presideren. Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 89, 2 ad Marcianum imper: PL 54, 931 Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 103 ad Episc. Galliarum: PL 54, 988-991 Eerbiedwaardige Broeders, ofschoon dit Concilie onder de grootste in de annalen van de katholieke Kerk moet gerekend worden, menen Wij ervan af te moeten zien om het op deze plaats te bespreken: over deze waarlijk grote bijeenkomst, waarin op plechtige wijze is afgekondigd dat er twee naturen zijn in het mensgeworden Woord van God en waarin ook het primaatschap van de Paus in het leergezag is erkend, heeft Onze Voorganger Pius XII roemrijker gedachtenis bij gelegenheid van het 15de eeuwfeest van haar bijeenroeping een zeer belangrijke Encycliek gericht tot de katholieken van de gehele wereld. Paus Pius XII, Encycliek, 1500 jaar Concilie van Chalcedon, Sempiternus Rex Christus (8 sept 1951). A.A.S. a. XXXXIII, vol. 18, p. 625-644

Niet minder duidelijk is de zorg van de H. Leo voor de eenheid en de vrede in de Kerk gebleken, toen hij geaarzeld heeft de handelingen van dit Concilie goed te keuren. Deze aarzeling kan in werkelijkheid niet goed worden toegeschreven aan een nalatigheid van zijn kant noch aan een doctrinair motief, maar men dient te geloven - en hij verklaart zelf uitdrukkelijk dat dit de waarheid is - dat hij zich door zijn aarzeling heeft willen verzetten tegen canon 28, waarin de vaders van het Concilie, niettegenstaande de protesten van de gezanten van de Paus van Rome, erin hebben toegestemd dat de Zetel van Constantinopel de voorrang zou hebben op alle Kerken van het Oosten, waardoor zij duidelijk streefden naar de gunst van de Byzantijnse keizer.

Dit scheen de H. Leo niet alleen een verzwakking toe van de voornaamste rechten van de overige oude en meer beroemde Kerken, die door de vaders van het Concilie van Nicea waren goedgekeurd, maar ook een inbreuk op het gezag van de Apostolische Stoel zelf. Dit opzettelijk onrecht heeft de H. Leo, meer nog dan uit de woorden van canon 28, bedachtzaam afgeleid uit de beraadslagingen van hen, die de canon hadden opgesteld.

Zoals twee brieven duidelijk maken, waarvan de een hem door de Bisschoppen van het Concilie is overhandigd vgl. C. Kirch, Enchir. fontium hist. eccl. antiquae, Friburgi in Br. 4 ed. 1923, n. 943, en waarvan de ander door hem naar de keizer is gezonden; daar hij hierin de argumenten van de vaders van het Concilie wil afwijzen, schrijft hij het volgende:

"De ordening van het aardse is anders als die van het goddelijke; buiten de steenrots, die de Heer op zijn fundament heeft geplaatst Vgl. Mt. 16, 18 , zal geen enkele constructie onwankelbaar zijn. Hij benadeelt zijn eigen rechten die verlangt naar wat hem niet toekomt". H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 104, 3, ad Marcianum imper: PL 54, 99 H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 106 ad Anatolium episc. Constant: PL 54, 995

Deze scheiding van zoveel gedenkwaardige christelijke Kerken in het Oosten van de H. Stoel, welke afscheuring zich later voltrokken heeft, vormt een overtuigend bewijs hoe juist de H. Leo reeds op dat ogenblik - zoals uit zijn zoëven aangehaalde gevoelens blijkt - reeds voorzag en vooruitvoelde, dat de gemeenschap van die Christenen helaas in meerdere delen zou uiteenvallen.

Wij menen echter dat er iets zou ontbreken aan Onze uiteenzetting over de verschillende zorgen, die de H. Leo steeds heeft getoond om de eenheid van de Katholieke Kerk te beschermen, als Wij althans niet terloops zouden vermelden, dat hij niet alleen tussenbeide gekomen is in de strijdvraag over de dag, waarop het Paasfeest moest gevierd worden, maar dat hij er ook zeer ijverig voor gezorgd heeft, dat de betrekkingen tussen de Apostolische Stoel en de Christenvorsten zouden steunen op wederzijdse eerbied, vertrouwen en welwillendheid. Daar hem immers niets meer ter harte ging dan om de Kerk rustig te zien, heeft hij er bij deze vorsten herhaaldelijk op aangedrongen dat zij zich samen met het Episcopaat, met raad en daad zo zouden inspannen "voor een goede verstandhouding in de eenheid van de Katholieke Kerk" H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 114, 3, ad Marcianum imper. PL 54, 1022 dat zij van de almachtige God, "naast de koningskroon, ook het ereteken van het priesterschap" H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 114, 3, ad Marcianum imper. PL 54, 1022 zouden ontvangen.

Document

Naam: AETERNA DEI SAPIENTIA
Over de heilige Paus en Kerkleraar Leo I de Grote bij gelegenheid van zijn 1500ste sterfdag
Soort: H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes XXIII
Datum: 11 november 1961
Copyrights: © 1962, Katholiek Archief, 17e jrg. nr. 2, p. 25 - 36
Bewerkt: 28 april 2020

Referenties naar dit document

 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test