H. Paus Johannes XXIII - 11 november 1961
Aan de Eerbiedwaardige Broeders, Patriarchen, Primaten,
Aartsbisschoppen en andere plaatselijke Ordinarii,
die in vrede en gemeenschap leven met de H. Stoel.Over de Heilige Paus en Kerkleraar Leo I de Grote
bij gelegenheid van zijn 1500ste sterfdagPaus Johannes XXIII
Eerbiedwaardige Broeders, Heil en Apostolische Zegen
Gods Eeuwige Wijsheid "wier kracht zich uitstrekt van het ene eind tot het andere en die alles ten beste beschikt" (Wijsh. 8, 1), schijnt met een bijzondere glans haar eigen beeld in de geest van de H. Paus Leo I te hebben ingedrukt. Deze Opperherder immers, die Onze voorgangers Pius XII roemrijker gedachtenis met het volste recht. "de grootste onder de groten" heeft genoemd Paus Pius XII, Toespraak, Bij de viering van het 30-jarig bestaan, Tot de mannen van de Katholieke Actie in Italiƫ (12 okt 1952), heeft zich niet minder gesierd door de onverschrokken kracht van zijn geest, dan door zijn vaderlijke welwillendheid.
Wij, die door de Voorzienigheid van de almachtige God zijn verheven tot de Stoel van Petrus, die de H. Leo door zijn regeringsbeleid, door de overvloedige rijkdom van zijn leer, door zijn zielegrootheid en zijn onuitputtelijke liefde heeft verheerlijkt, Wij menen dan ook, Eerbiedwaardige Broeders, dat het Onze plicht is om bij gelegenheid van dit vijftiende eeuwfeest zijn deugden en zijn onsterfelijke verdiensten in het licht te plaatsen; Wij zijn er zeker van hierdoor niet weinig te kunnen bijdragen tot het gemeenschappelijk nut van alle zielen en tot de eer en de versterking van het katholieke geloof.
De buitengewone grootheid en waardigheid van deze Paus moet toch niet op de eerste plaats gezocht worden in de moed, die hij getoond heeft toen hij zich zonder wapenen, bekleed met de majesteit van het Opperherderschap, in het jaar 452 in de rivier de Mincio onverschrokken heeft geplaatst tegenover Attila, de geweldige koning van de Hunnen en hem overreed heeft om zich over de Donau terug te trekken. Want toen hij dit gedaan heeft, heeft hij weliswaar een edele daad verricht, die zeker in overeenstemming was met de vreedzame zending van het Romeins Pontificaat, maar men dient toch te zeggen dat hij toen in feite slechts een voorbeeld gegeven heeft van de buitengewoon bewonderenswaardige activiteit, die hij gedurende geheel zijn leven aan de dag heeft gelegd tot het godsdienstig en maatschappelijk welzijn niet alleen slechts van de stad Rome en van het volk van Italië, maar ook van de gehele Kerk.