
H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Zonder de werking van de heilige Geest zal de evangelisatie nooit mogelijk zijn. Op Jezus van Nazaret daalt de heilige Geest neer op het moment van het Doopsel, wanneer de stem van de Vader - "Deze is mijn Zoon, de veelgeliefde, in wie ik welbehagen heb" (Mt. 3, 17) - op ervaarbare wijze zijn uitverkiezing en zending openbaart. "Door de Geest geleid" beleeft Jezus in de woestijn de beslissende strijd en uiterste beproeving alvorens zijn zending te beginnen. (Mt. 4, 1) "In de kracht van de Geest" (Lc. 4, 14) keert Hij naar Galilea terug, en maakt Hij in Nazaret een begin met zijn prediking, waar Hij op zichzelf de tekst uit Jesaja toepast: "De Geest des Heren is over mij gekomen". "Thans", zo legt Hij uit, "is dit Schriftwoord in vervulling gegaan". (Lc. 4, 18.21) Vgl. Jes. 61, 1 Wanneer Hij op het punt staat zijn leerlingen uit te zenden, zegt Hij, terwijl Hij over hen blaast: "Ontvangt de heilige Geest" (Joh. 20, 22).
Inderdaad, pas na de neerdaling van de heilige Geest, op de dag van Pinksteren, vertrekken de apostelen in alle richtingen van de wereld om het grote werk van de Kerk, de evangelisatie, te beginnen en Petrus legt het gebeuren uit als de vervulling van de profetie van Joël: "Ik zal mijn Geest uitstorten" (Hand. 2, 17). Petrus wordt vervuld van de heilige Geest om tot het volk te spreken over Jezus, de Zoon van God. Vgl. Hand. 4, 8 Paulus op zijn beurt wordt vervuld van de heilige Geest Vgl. Hand. 9, 17 alvorens zich aan zijn apostolische bediening te gaan wijden, zoals ook Stefanus dat is wanneer hij gekozen wordt om de diaconie uit te oefenen, en later voor het getuigenis van het martelaarschap. Vgl. Hand. 6, 5.10 Vgl. Hand. 7, 55 Dezelfde Geest die Petrus, Paulus of de andere Apostelen doet spreken, door hen de woorden te inspireren die te zeggen zijn, daalt ook neer "op allen die naar de toespraak luisterden" (Hand. 10, 44).
Vervuld van "de vertroosting van de heilige Geest" (Hand. 9, 31) groeit de Kerk. De Geest is de ziel van deze Kerk. Hij is het die de gelovigen de diepe betekenis uitlegt van het onderricht van Jezus en van zijn mysterie. Hij is het die vandaag de dag net zo goed als bij het begin van de Kerk, werkt in ieder die evangeliseert en zich daarbij door Hem laat bezitten en leiden. Hij is het die hen de woorden ingeeft die zij uit zichzelf niet zouden weten te vinden, en die tegelijkertijd het hart van degene die luistert bewerkt om zich te openen voor het ontvangen van de Blijde Boodschap en van het verkondigde Rijk.
De technieken van evangelisatie zijn goed, maar zelfs de beste daarvan zouden de discrete werkzaamheid van de Geest niet kunnen vervangen. Ook de meest verfijnde voorbereiding van degene die evangeliseert, haalt zonder Hem niets uit. De overtuigendste redeneerkunst heeft zonder Hem geen vat op de geest van de mensen. De schemata op basis van sociologie en psychologie, hoe prachtig uitgewerkt ook, blijken zonder Hem leeg en waardeloos.
Wij beleven in de Kerk een bevoorrecht moment van de Geest. Overal zoekt men Hem beter te leren kennen zoals Hij door de heilige Schrift is geopenbaard. Men stelt zich graag onder zijn beweegkracht. Men verzamelt zich rond Hem en wil zich door Hem laten leiden. En terecht, want heeft de Geest een vooraanstaande plaats in heel het leven van de Kerk, bovenal werkt Hij in de zending tot evangelisatie: het is geen toeval dat het grote begin van de evangelisatie plaats vond op de morgen van Pinksteren, onder de adem van de Geest.
Men kan zeggen dat bij de evangelisatie de heilige Geest de voornaamst handelende is: Hij is het die stuwt tot het verkondigen van het Evangelie en die in het binnenste van de gewetens het woord van heil doet aannemen en begrijpen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 4 Maar evenzeer kan men zeggen dat Hij het beoogde doel is van de evangelisatie: Hij alleen brengt de nieuwe schepping te voorschijn, die nieuwe mensheid waarnaar de evangelisatie uitziet, in die eenheid in verscheidenheid die de evangelisatie in de christengemeenschap probeert op te roepen. Door Hem dringt het evangelie binnen in het hart van de wereld, want Hij geeft leiding aan het onderscheiden van de tekenen van de tijd - de tekenen van God - die de evangelisatie in de geschiedenis blootlegt en tot gelding laat komen.
De Bisschoppensynode van 1974, die veel nadruk heeft gelegd op de rol van de heilige Geest in de evangelisatie, heeft ook de wens geuit dat Herders en theologen - en wij voegen daar aan toe: ook de gelovigen, getekend als zij zijn met het zegel van de heilige Geest door middel van het Doopsel - beter de aard en de wijze bestuderen waarop de heilige Geest in de hedendaagse evangelisatie werkzaam is. Wij maken die wens tot de onze, terwijl wij tegelijkertijd allen die evangeliseren - wie zij ook zijn - aansporen onophoudelijk met geloof en vurigheid tot de heilige Geest te bidden, en zich met prudentie te laten leiden door Hem als de beslissende inspirator van hun programma's, hun initiatieven en hun evangeliserende activiteiten.