H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
In onze eeuw, gekenmerkt als zij wordt door de "massamedia" of sociale communicatiemiddelen, kunnen - zoals we al hebben onderstreept - de eerste verkondiging, de catechese of de verdere geloofsverdieping niet zonder deze middelen plaatsvinden.
In dienst genomen voor het Evangelie zijn zij in staat het terrein waar naar het Woord van God geluisterd wordt tot in bijna het oneindige uit te breiden, en zij maken dat de Blijde Boodschap miljoenen personen bereikt. De Kerk zou zich ten overstaan van de Heer schuldig voelen als zij deze machtige middelen, die het menselijk vernuft nog dagelijks perfectioneert, niet zou aanwenden. Door zich ervan te bedienen "verkondigt" de Kerk de boodschap waarvan zij de schatbewaarster is "van de daken" (Mt. 10, 27)(Lc. 12, 3); zij vindt er een moderne en efficiënte preekstoel in. Dank zij die middelen slaagt zij er in tot de menigten te spreken.
Toch vormt het gebruik van de sociale communicatiemiddelen voor de evangelisatie ook een uitdaging: de boodschap van het evangelie zou met behulp daarvan menigten mensen moeten bereiken, maar dan met de capaciteit het geweten binnen te dringen, zich te nestelen in het hart van iedere mens alsof deze de enige was, met al wat hij aan bijzonders en persoonlijks heeft, om er zo adhesie voor te wekken in een heel persoonlijk engagement.