H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Een weg die bij de evangelisatie niet verwaarloosd moet worden is die van het catechetisch onderricht. Het verstand, in het bijzonder dat van kinderen en jongeren, heeft het nodig de fundamentele gegevens in een systematisch godsdienstonderricht te leren: de levende inhoud van de waarheid die God ons heeft willen toevertrouwen en die de Kerk in de loop van haar lange geschiedenis op steeds rijker manier heeft getracht uit te drukken. Dat dit onderricht gegeven moet worden om gewoonten te vormen van christelijk leven, en niet om louter verstandelijk te blijven, zal niemand betwisten.
Het is zeker zo dat de inspanning tot evangeliseren op het niveau van het catechetisch onderricht - gegeven in de kerk, op scholen waar dat mogelijk is, en in ieder geval in het christelijk gezin - er groot profijt van zal hebben wanneer de catecheten over geëigende teksten kunnen beschikken, die met wijsheid en deskundigheid en onder het gezag van de bisschoppen bij de tijd zijn gebracht. De methoden zullen aangepast moeten worden aan de leeftijd, de cultuur en het bevattingsvermogen van de betreffende personen, waarbij het er steeds om gaat in het geheugen, in het verstand en in het hart de wezenlijke waarheden te prenten die het hele leven zullen moeten doordringen.
Bovenal is het nodig goede catecheten op te leiden - parochiecatecheten, leraren, ouders - die er zorg voor hebben zich in deze verheven, onontbeerlijke en veeleisende vaardigheid van het godsdienstonderricht te bekwamen. Bovendien kan men, onder vermijding van het risico de vorming van kinderen in wat dan ook te verwaarlozen, vaststellen dat in de huidige omstandigheden het catechetisch onderricht in de vorm van een catechumenaat steeds dringender nodig wordt, met name voor talrijke jongeren en volwassenen die, door de genade geraakt, beetje voor beetje het gelaat van Christus ontdekken en de behoefte voelen zich aan Hem te geven.