H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Wij moeten inderdaad de ogen niet sluiten voor het feit dat veel ook edelmoedige christenen, met gevoel voor de dramatische kwesties die in het vraagstuk van de bevrijding besloten liggen, wanneer zij de Kerk willen bewegen tot inzet voor de bevrijding dikwijls bekoord worden, haar zending te reduceren tot de dimensies van een louter aards project; haar taken tot een antropologische doelstelling; het heil, waarvan zij boodschapster en sacrament is, tot een materieel welzijn; haar activiteit, onder verwaarlozing van elke geestelijke of godsdienstige bekommernis, tot initiatieven van politieke of sociale orde. Als het die kant uit zou gaan, zou de Kerk haar fundamentele betekenis verliezen. Dan zou haar boodschap van bevrijding geen enkele oorspronkelijkheid meer hebben en zou uiteindelijk opgeslokt en gemanipuleerd worden door ideologische systemen en politieke partijen.
Zij zou dan niet langer het gezag bezitten om bevrijding te verkondigen als komend van God. Daarom hebben wij in dezelfde toespraak aan het begin van de Derde Algemene Vergadering van de Synode willen onderstrepen "dat het noodzakelijk is opnieuw en duidelijk te stellen dat het doel van de evangelisatie een specifiek godsdienstig doel is. Zij zou haar bestaansreden verliezen als zij zich zou verwijderen van haar godsdienstige as waar alles om draait: het Rijk van God boven al het andere, in zijn volledige theologische betekenis". H. Paus Paulus VI, Toespraak, Openingstoespraak tot de 3e Algemene Gewone Bisschoppensynode (27 sept 1974), 8