H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Tussen evangelisatie en het bevorderen van een menswaardig bestaan - in de zin van ontwikkeling en bevrijding - bestaan inderdaad diepe banden. Banden van antropologische orde, omdat de mens die te evangeliseren is, geen abstract wezen is, maar geconditioneerd wordt door sociale en economische kwesties. Banden van theologische orde, omdat het plan van de schepping niet losgemaakt kan worden van dat van de Verlossing, dat aan heel concrete situaties raakt van onrechtvaardigheid die te bestrijden is en van gerechtigheid die hersteld moet worden. Banden ook die van uitgesproken evangelische orde zijn, zoals de band van de naastenliefde: hoe zou men het nieuwe gebod willen verkondigen zonder in gerechtigheid en vrede de ware, authentieke groei van de mens te bevorderen?
Wij hebben dit willen onderstrepen door eraan te herinneren dat absoluut onaanvaardbaar is "dat in de evangelisatie de problemen zouden verwaarloosd worden die vandaag de dag zozeer besproken worden en die betrekking hebben op de gerechtigheid, de bevrijding, de ontwikkeling en de vrede in de wereld. Het zou betekenen dat we de les zouden vergeten die het Evangelie ons leert over de liefde voor de lijdende en behoeftige naaste." H. Paus Paulus VI, Toespraak, Openingstoespraak tot de 3e Algemene Gewone Bisschoppensynode (27 sept 1974), 8
Welnu, dezelfde stemmen die tijdens de genoemde Synode dit cruciale thema met ijver, intelligentie en moed hebben aangesneden, hebben tot onze grote vreugde ook de heldere beginselen aangedragen om de reikwijdte en de diepe zin te kunnen bevatten van de bevrijding zoals Jezus Christus die verkondigd en gerealiseerd heeft, en zoals de Kerk die predikt.