H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Bekend is hoe tijdens de recente Synode talrijke Bisschoppen uit alle werelddelen erover hebben gesproken, vooral de Bisschoppen van de derde wereld, met een pastorale toon waarin de stem doorklonk van de miljoenen zonen en dochters van de Kerk waaruit die volkeren bestaan. Volkeren die - wij weten het - met al hun energie verwikkeld zijn in de inspanning en de strijd om al datgene te boven te komen dat hen nu veroordeelt tot de marge van het leven: meervoudige hongersnood, chronische ziekten, analfabetisme, uiterste armoede, onrechtvaardigheid in de internationale betrekkingen en speciaal in de handelsbetrekkingen, situaties van economisch en cultureel neokolonialisme, soms net zo wreed als het oude politieke kolonialisme. De Kerk heeft, zo hebben de bisschoppen bij herhaling gezegd, de plicht de bevrijding te verkondigen van miljoenen mensen, waarvan er veel haar eigen zonen en dochters zijn; de plicht om te helpen bij de geboorte van deze bevrijding, voor haar te getuigen en ervoor te zorgen dat ze totaal zal zijn. Dat alles is niet vreemd aan de evangelisatie.