
Paus Franciscus - 24 november 2013
(...)
De Bijbelse Lezingen die verkondigd werden hebben als rode draad de centrale plaats van Christus. Christus staat in het middelpunt, Christus is het middelpunt. Christus middelpunt van de schepping, Christus middelpunt van het volk, Christus middelpunt van de geschiedenis.
De Apostel Paulus geeft ons een zeer diepe visie op de middelpuntfunctie van Jezus. Hij stelt Hem ons voor als de Eerstgeborene van heel de schepping: in Hem, door Hem en omwille van Hem werden alle dingen geschapen. Hij is het middelpunt van alle dingen, Hij is de oorsprong: Jezus Christus, de Heer. God heeft Hem de volheid, het geheel, geschonken om in Hem alle dingen te verzoenen Vgl. Kol. 1, 12-20 . Heer van de schepping, Heer van de verzoening.
Dit beeld doet ons verstaan dat Jezus het middelpunt van de schepping is. Daarom wordt van de gelovige, wil hij dat echt zijn, de houding gevraagd de middelpuntfunctie van Jezus Christus te erkennen en te aanvaarden in gedachten, in woorden en in werken. Op die wijze zullen onze gedachten christelijke gedachten zijn; gedachten van Christus. Onze werken zullen christelijke werken zijn, werken van Christus. Onze woorden zullen christelijke woorden zijn, woorden van Christus. Daarentegen, wanneer men dit middelpunt verliest, omdat men het door wat anders vervangt, volgt slechts schade, voor onze omgeving en voor de mens zelf.
Verder is Christus, naast middelpunt van de schepping en middelpunt van de verzoening, middelpunt van het volk van God. En precies vandaag is Hij hier in ons midden. Nu is Hij aanwezig in het Woord en Hij zal op het altaar levend aanwezig zijn in ons midden, zijn volk. Dat is wat ons getoond wordt in de eerste Lezing. Daar wordt verteld over de dag dat de stammen van Israël zich naar David begaven en hem ten overstaan van de Heer tot koning over Israël zalfden. Vgl. 2 Sam. 5, 1-3 Doorheen hun zoeken naar de ideale koning zochten deze mensen God zelf: een God die nabij zou komen, die zou aanvaarden zich bij de weg van de mens aan te sluiten, die zich tot hun broer zou maken.
Christus, afstammeling van koning David, is precies de “broer” waarrond het volk ontstaat, die voor zijn volk zorgt, voor ons allen, ten koste van zijn leven. In Hem zijn wij één; één volk met Hem verenigd, wij delen dezelfde weg, hetzelfde lot. Alleen in Hem, met Hem als middelpunt, hebben we de identiteit van volk.
En, ten slotte, Christus is het middelpunt van de geschiedenis der mensheid en ook het middelpunt van de geschiedenis van elke mens. Aan Hem kunnen we berichten over de vreugde en de hoop, de droefheid en de angst waarmee ons leven doorweven is. Wanneer Jezus in het middelpunt staat worden ook de meest duistere ogenblikken van ons bestaan verlicht en dat geeft ons hoop zoals de goede moordenaar overkwam in het Evangelie van vandaag.
Terwijl al de anderen zich vol misprijzen tot Jezus richten – “laat Hij zichzelf eens redden als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!” –klemt deze man, die in het leven gefaald heeft, zich uiteindelijk bekeerd aan de gekruisigde Jezus vast en smeekt: “denk aan mij wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt” (Lc. 23, 42). En Jezus belooft hem: “vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs” (Lc. 23, 43): zijn Rijk. Jezus spreekt uitsluitend een woord van vergeving, geen woord van veroordeling. Wanneer de mens de moed vindt om deze vergiffenis te vragen laat de Heer nooit een dergelijk verzoek onbeantwoord. Vandaag kunnen we allen denken aan onze geschiedenis, aan onze weg. Elk van ons heeft zijn geschiedenis. Elk van ons heeft ook zijn vergissingen, zijn zonden, zijn gelukkige momenten en zijn duistere ogenblikken. Het zal ons goed doen, vandaag aan onze geschiedenis te denken en naar Jezus te kijken en Hem van harte vele malen te herhalen, met het hart, in stilte, ieder van ons: “Denk aan mij, Heer, nu je in je Rijk bent! Jezus, denk aan mij want ik wil goed worden, maar heb de kracht niet, het lukt me niet; ik ben zondaar, ik ben zondaar. Maar denk aan mij, Jezus! Jij kunt aan mij denken want jij bent in het middelpunt. Jij bent waarlijk in je Rijk!”. Hoe mooi! Laten we dat vandaag allemaal doen, ieder in zijn hart, vele malen. “Denk aan mij, Heer. Jij die in het middelpunt bent. Jij die in je Rijk bent!”.