24 juni 2014
In de antwoorden van de bisschoppenconferenties betreffende de verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht verwijst men naar het onderricht van de Kerk. “Er is geen enkele reden om overeenkomsten, zelfs niet de meest vergezochte, aan te nemen of vast te stellen tussen homoseksuele verbintenissen en Gods plan betreffende huwelijk en gezin. (...) Niettemin ‘moeten’ mannen en vrouwen met homoseksuele neigingen ‘met respect, medeleven en fijngevoeligheid worden geaccepteerd. Ten opzichte van hen dient men ieder brandmerk van onterechte discriminatie te vermijden’”. Congregatie voor de Geloofsleer, Overwegingen over voorstellen om wettelijke erkenning te geven aan verbintenissen tussen homoseksuele personen (3 juni 2003), 4 Uit de antwoorden kan men afleiden dat de erkenning door de burgerlijke wet van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht grotendeels afhangt van de socio-culturele, religieuze en politieke context. De bisschoppenconferenties geven drie contexten aan: een eerste is die waarin een repressieve en penaliserende houding overheerst ten opzichte van het verschijnsel homoseksualiteit in al zijn facetten. Dit geldt in het bijzonder daar waar het openlijk tonen van homoseksualiteit door de burgerlijke wet wordt verboden. Enkele antwoorden geven aan dat ook in deze context er vormen zijn van geestelijke begeleiding van afzonderlijke homoseksuele personen die de hulp van de Kerk zoeken.