INSTRUMENTUM LABORIS T.B.V. DE 3E BIJZONDERE BISSCHOPPENSYNODEDe pastorale uitdagingen betreffende het gezin in het kader van de evangelisatie
(Soort document: Bisschoppensynodes)
24 juni 2014
Over het algemeen concentreren in verschillende streken de antwoorden zich vooral op mensen die gescheiden en hertrouwd zijn, of in elke geval een nieuwe verbintenis hebben. Onder hen die in een canoniek ongeordende situatie leven, ontmoet men verschillende houdingen, die gaan van een gebrek aan bewustzijn van de eigen situatie tot onverschilligheid, ofwel een bewust lijden. De houding van hen die gescheiden zijn en een nieuwe verbintenis hebben, zijn min of meer gelijk in de verschillende regionale contexten, dit geldt in het bijzonder in Europa en Amerika, en minder in Azië. Wat dit betreft, schrijven enkele antwoorden deze situatie toe aan een gebrekkige vorming of een geringe religieuze praktijk. In Noord-Amerika denken de mensen vaak dat de Kerk geen betrouwbare morele gids is, vooral voor kwesties betreffende het gezin, dat wordt beschouwd als een privéaangelegenheid, waarover men autonoom kan beslissen.
Zeer aanzienlijk is het aantal van hen die onverschillig staan tegenover de eigen ongeordende toestand. In dit geval is er geen enkel verzoek om tot de eucharistische gemeenschap te worden toegelaten, noch om het Sacrament van verzoening te mogen vieren. Het bewustzijn van een ongeordende situatie komt vaak naar voren, wanneer het verlangen optreedt naar de initiatie van de kinderen, of het verzoek wordt gedaan deel te nemen aan de viering van een doopsel of vormsel als peter of meter. Soms ontdekken volwassenen die tot een persoonlijk en bewust geloof in de catechetische of bijna catechumenale weg komen, het probleem van hun ongeordendheid. Pastoraal gezien worden deze situaties beschouwd als een goede gelegenheid om een weg te beginnen van regulering, vooral in gevallen van samenleven. Een andere situatie wordt gesignaleerd in Afrika, niet zozeer wat de mensen die gescheiden zijn en een nieuwe verbintenis zijn aangegaan, maar met betrekking tot de polygamie. Er zijn gevallen van bekeerlingen voor wie het moeilijk is de tweede of derde vrouw te verlaten, met wie zij intussen kinderen hebben, en die aan het kerkelijk leven willen deelnemen.
Alvorens in te gaan op het lijden van hen die in een situatie van ongeordendheid verkeren in verband met het feit dat de Sacramenten niet mogen worden ontvangen, wordt er gewezen op een fundamenteler lijden, waarmee de Kerk zich moet belasten, of het lijden in verband met het mislukken van een huwelijk en de moeilijkheid om de situatie te regelen. Iemand wijst bij deze crisis op het verlangen om zich voor hulp tot de Kerk te wenden. Lijden lijkt vaak verband te houden met de verschillende niveaus van opleiding - zoals verschillende bisschoppenconferenties in Europa, Afrika en Amerika aangeven. Vaak begrijpt men de intrinsieke relatie tussen huwelijk, eucharistie en boetedoening niet; daarom blijkt het zeer moeilijk te begrijpen waarom de Kerk hen die in een ongeordende situatie verkeren, niet tot de communie toelaat. De catechetische trajecten aangaande het huwelijk leggen dit verband niet voldoende uit. In enkele antwoorden (Amerika, Oost-Europa, Azië) vestigt men de aandacht erop hoe men soms ten onrechte denkt dat scheiding als zodanig, ook al leeft men niet in een nieuwe verbintenis, het automatisch onmogelijk maakt te naderen tot de communie. Zo blijft men zonder enige reden verstoken van de Sacramenten.
Lijden dat wordt veroorzaakt door het niet ontvangen van de Sacramenten, is duidelijk aanwezig bij gedoopten die zich bewust zijn van hun situatie. Zeer velen voelen frustratie en voelen zich gemarginaliseerd. Er zijn mensen die zich afvragen waarom andere zonden worden vergeven en deze niet; of waarom religieuzen en priesters die dispensatie van hun geloften en priesterlijke verplichtingen hebben gekregen, het huwelijk wel mogen sluiten, de communie mogen ontvangen en mensen die gescheiden en hertrouwd zijn, niet. Dit alles benadrukt de noodzaak van een juiste vorming en informatie. In andere gevallen ziet men niet in waarom de eigen ongeordende situatie een motief is om de Sacramenten niet te mogen ontvangen; men denkt veeleer dat het de schuld van de Kerk is, die dergelijke omstandigheden niet toestaat. Daarbij wijst men ook op het risico van een pretentieuze mentaliteit ten opzichte van de Sacramenten. Bovendien blijkt het onbegrip voor de discipline van de Kerk, wanneer zij de toegang tot de Sacramenten in deze gevallen weigert, als gold het een straf, zeer verontrustend te zijn. Een groot aantal bisschoppenconferenties stelt voor de mensen in een canoniek ongeordende toestand te helpen zich niet beschouwen als “van de Kerk gescheiden, daar zij als gedoopten mogen en zelfs moeten deelnemen aan haar leven”.
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 84 Bovendien zijn er antwoorden en opmerkingen van de kant van enkele bisschoppenconferenties die de nadruk leggen op de noodzaak dat de Kerk pastorale instrumenten vindt waarmee zij een mogelijkheid opent om meer barmhartigheid, goedertierenheid en inschikkelijkheid te betonen ten opzichte van nieuwe verbintenissen.