INSTRUMENTUM LABORIS T.B.V. DE 3E BIJZONDERE BISSCHOPPENSYNODEDe pastorale uitdagingen betreffende het gezin in het kader van de evangelisatie
(Soort document: Bisschoppensynodes)
24 juni 2014
In de dialoog met de staat en de daarvoor verantwoordelijke openbare instellingen verwacht men van de Kerk een activiteit van concrete steun voor waardig werk, eerlijke lonen, een belastingpolitiek ten gunste van het gezin, evenals het opgang brengen van hulp aan gezinnen en kinderen. Wat dit betreft, wijst men op het herhaaldelijk ontbreken van wetten die het gezin op het gebied van werk en in het bijzonder de werkende jonge moeder beschermen. Men constateert bovendien dat het terrein van de steun en de inzet van staatswege ten gunste van het gezin een gebied is waarop gemeenschappelijk handelen, evenals het scheppen van netwerken met organisaties die dezelfde doeleinden nastreven, raadzaam en vrucht baar is.
In de antwoorden en opmerkingen wordt herhaaldelijk en op brede schaal verwezen naar de behoeftige economische omstandigheden die de gezinnen in hun greep hebben, evenals naar het gebrek aan materiële middelen, de armoede en de strijd om het bestaan. Het gaat om een wijd verbreid verschijnsel dat niet alleen de ontwikkelingslanden betreft, maar ook nadrukkelijk vermeld wordt in Europa en Noord-Amerika. Men constateert hoe in gevallen van uiterste en groeiende armoede het gezin moet vechten voor zijn bestaan, waarop het het grootste gedeelte van zijn energie concentreert. In enkele opmerkingen vraagt men om een krachtig profetisch woord van de Kerk met betrekking tot de armoede, die het gezinsleven zwaar op de proef stelt. Een Kerk “die arm en voor de armen is”, zo wordt gesteld, zou niet mogen nalaten op dit terrein haar stem luid te laten horen.
Onder de verschillende vormen van druk op het gezin wordt voortdurend ook het consumptsme genoemd, dat een zware terugslag heeft op de kwaliteit van de relaties in het gezin, die steeds meer gericht zijn op het hebben in plaats van op het zijn. De consumptistische mentaliteit wordt in het bijzonder in Europa vermeld met betrekking tot een “kind, koste wat het kost” en de daaruit voortvloeiende methodes van kunstmatige voortplanting. Bovendien wordt er herinnerd aan carrièrezucht en competitiviteit als kritieke situaties die het gezinsleven beïnvloeden. Vooral in het Westen wordt een privatisering van het leven, het geloof en de ethiek onderstreept: men kent aan het geweten en de individuele vrijheid de rol van absolute instantie van waarden toe, die goed en kwaad bepaalt. Bovendien vermeldt men de invloed van een cultuur “van het gevoel” en van het kortstondige. Wat dit betreft, worden de uitdrukkingen van Paus Franciscus aangehaald aangaande de cultuur van het voorlopige en de afval, die een sterke invloed heeft op de broze standvastigheid van affectieve relaties en vaak de oorzaak is van diep onbehagen en onbestendigheid van het gezinsleven.
