24 juni 2014
Het gezin wordt in het volk van God erkend als een goed van onschatbare waarde, de natuurlijke omgeving van de groei van het leven, een school van menselijkheid, liefde en hoop voor de maatschappij. Het blijft een bevoorrechte ruimte waarbinnen Christus het mysterie en de roeping van de mens openbaart. Behalve dat dit oorspronkelijk gegeven door allen wordt gedeeld, stelt het merendeel van de antwoorden dat het gezin deze bevoorrechte plaats kan zijn, en geeft hiermee te verstaan, en constateert dit soms uitdrukkelijk, dat er een zorgwekkende afstand bestaat tussen het gezin in de vormen waarin het tegenwoordig bekend is, en het onderricht van de Kerk in dezen. Het gezin maakt objectief een heel moeilijk ogenblik door, met realiteiten, geschiedenissen en lijden die vragen om medeleven en begrip. Dit laatste maakt het de Kerk mogelijk de gezinnen, zoals ze zijn, te begeleiden in de werkelijkheid en van hieruit het Evangelie van het gezin te verkondigen overeenkomstig hun specifieke noden.
Men erkent in de antwoorden hoe gedurende vele eeuwen het gezin een belangrijke rol heeft gespeeld binnen de maatschappij: het is immers de eerste plaats waar de persoon in de maatschappij en voor de maatschappij wordt gevormd. Als het wordt erkend als de natuurlijke plaats voor de ontwikkeling van de persoon, dan het daarom ook het fundament van iedere maatschappij en staat. Kort gezegd, het wordt gedefinieerd als de “eerste menselijke maatschappij”. Het gezin is de plaats waar vanaf de eerste levensjaren waarden worden doorgegeven en kunnen worden geleerd als broederschap, loyaliteit, liefde voor de waarheid en het werk, respect en solidariteit tussen de generaties, evenals de kunst van het communiceren en de vreugde. Het is de bevoorrechte ruimte om de waardigheid en de rechten van man en vrouw te beleven en te bevorderen. Het op een huwelijk gebaseerd gezin vertegenwoordigt de omgeving voor de integrale vorming van de toekomstige burgers van een land.
Een van de grote uitdagingen voor een hedendaags gezin bestaat in de poging het te privatiseren. Er bestaat het risico te vergeten dat het gezin “de fundamentele cel van de maatschappij” is, “de plaats waar men leert samenleven in verschil en anderen toe te behoren)". Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 66 Men dient een open visie op het gezin als bron van maatschappelijk kapitaal, dat wil zeggen van deugden die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk leven, voor te houden. In het gezin leert men wat gemeenschappelijk welzijn is, omdat men daar het goede van het samen leven kan ervaren. Zonder gezin kan de mens niet loskomen uit zijn individualisme, aangezien men daar alleen de kracht van de liefde leert om het leven te dragen en “zonder betrouwbare liefde zou niets de mensen werkelijk verenigd kunnen houden. De eenheid onder hen zou alleen maar denkbaar zijn als een eenheid die gebaseerd is op nut, op een samenstel van belangen, op angst, maar niet op de goedheid van het samen leven, niet op de vreugde die de eenvoudige aanwezigheid van de ander kan opwekken”. Paus Franciscus, Encycliek, Licht van het geloof, Lumen Fidei (29 juni 2013), 51