Nederlandse Bisschoppenconferentie - 12 oktober 2010
De cantor leidt en ondersteunt de volkszang en zingt, bij afwezigheid van de psalmist, de gezangen tussen de lezingen; eventueel wordt het vers voor het evangelie door hem gezongen en leidt en ondersteunt hij ook andere liturgische gezangen.
De taken van psalmist en cantor zijn expliciet liturgische functies die verricht worden in de altaarruimte, eventueel in burgerkledij. Men dient te vermijden dat deze functies binnen dezelfde viering geculmineerd worden met de taak van dirigent en organist.