
Msgr. Bruno Forte - 5 november 2013
Paus Franciscus heeft meerdere keren en in diverse vormen zijn intentie getoond de bisschoppelijke collegialiteit, teken en instrument van de breedste synodaliteit van de hele Kerk, meer te gebruiken. Hij heeft een belangrijke bevestiging van deze wil gegeven door in eigen persoon deel te nemen aan de werkzaamheden van de laatste Gewone Synoderaad op 7 en 8 oktober jongstleden. De Bisschop van Rome heeft meegedaan aan de gemeenschappelijke overweging, luisterend naar allen en verder de onderscheiding en keuzes makend, die tot de competentie van zijn Petrinisch ambt behoren. Door deze ervaring als één van de raadsleden te beleven, is het voor mij vanzelfsprekend te denken dat de Paus ons zelf leidt in een concrete beoefening van deze collegialiteit rond Petrus en onder hem, die de Kerk als “gemeenschap” levend en zichtbaar maakt, zoals het Tweede Vaticaans Concilie heeft voorgesteld. In deze geest moet, lijkt me, ook de weg begrepen worden die door de Heilige Vader is gewild voor de volgende Buitengewone Algemene Vergadering: een breed en diep luisteren naar het leven van de Kerk en naar de meest dringende uitdagingen die haar worden gesteld, verdeeld in een geleidelijke weg in twee fundamentele etappes, die de vertegenwoordigers van het gehele Bisschoppencollege betrouwbare voorstellen laat ontwikkelen om ze aan te bieden aan de onderscheiding van de Bisschop van de Kerk die in liefde voorzit. Dit alles doet niet alleen niets af aan de rol van de Opvolger van Petrus, het versterkt juist zijn rol van onderscheiding en van het nemen van de eindbeslissing voor het welzijn van de Kerk en van de mensenfamilie, in wiens dienst deze staat. Met Paus Franciscus worden we opgeroepen om te gaan langs de wegen van het Concilie en de leer ervan over de Kerk als gemeenschap, beeld van de goddelijke Drie-eenheid, één in de liefde, in de verscheidenheid van gaven en diensten die haar verrijken.