
Paus Franciscus - 2 oktober 2013
Dierbare broeders en zusters, goeie dag!
In het Credo, zeggen wij “ik geloof in de éne (...) Kerk”; zo bevestigen wij de heiligheid van de Kerk en het is een kenmerk dat van bij het begin in het bewustzijn van de eerste Christenen aanwezig was, die zich gewoonweg “de heiligen” noemden Vgl. Hand. 9, 13.32.41 Vgl. Rom. 8, 27 Vgl. 1 Kor. 6, 1 , omdat zij de zekerheid hadden dat het Gods werk was, het werk van de Heilige Geest die de Kerk heiligt.
Maar in welke zin is de Kerk heilig, als wij zien dat de historische Kerk, op haar weg doorheen de eeuwen, veel moeilijkheden, problemen, duistere momenten gehad heeft? Kan zij als een Kerk van mensen, van zondaars, heilig zijn? Zondige mannen en vrouwen, zondige priesters, religieuzen, bisschoppen, kardinalen, pausen, iedereen is zo. Hoe kan zo een Kerk dan heilig zijn?
Om op die vraag te antwoorden, zou ik mij willen laten leiden door een passage uit de brief van de heilige Paulus aan de Christenen van Efeze. De apostel neemt de relaties in een gezin tot voorbeeld en zegt dat “Christus de Kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen” (Ef. 5, 25-26). Christus heeft de Kerk liefgehad, Hij heeft zich op het kruis helemaal gegeven. Wat betekent dat? Dat betekent dat de Kerk heilig is omdat zij voortkomt uit God die heilig is, die haar trouw is en haar niet overlaat aan de macht van dood en kwaad. Vgl. Mt. 16, 18 Zij is heilig omdat Jezus Christus, de Heilige Gods Vgl. Mc. 1, 24 , onlosmakelijk met haar verenigd is Vgl. Mt. 28, 20 ; zij is heilig omdat zij geleid wordt door de Heilige Geest die zuivert, transformeert, vernieuwt. Zij is niet heilig uit kracht van onze verdiensten, maar omdat God haar heilig maakt, zij is de vrucht van de Heilige Geest en Zijn gaven. Niet wij maken de Kerk heilig, God doet het, de Heilige Geest heiligt de Kerk in Zijn liefde.