
Paus Franciscus - 8 december 2013
Broederschap heeft ook te maken met de behoefte aan vervulling van elke man en vrouw. De legitieme ambities van mensen, vooral in het geval van de jongeren, moeten niet worden gedwarsboomd of bespot, noch moeten mensen ontdaan worden van hun hoop om die ambities te verwerkelijken. Toch moet ambitie niet worden verwart met machtsmisbruik. In tegendeel, mensen moeten met wederzijds respect met elkaar wedijveren. Vgl. Rom. 12, 10 In het geval van meningsverschillen, die ook een onontkoombaar deel van het leven zijn, moeten we altijd weten dat we broeders en zusters zijn, en daarom anderen en onszelf leren de naaste niet als een vijand of tegenstrever die moet worden uitgeschakeld te beschouwen.
Broederschap brengt sociale vrede voort omdat het een balans schept tussen vrijheid en gerechtigheid, tussen persoonlijke verantwoordelijkheid en solidariteit, tussen het welzijn van individuen en het algemeen welzijn. En een politieke gemeenschap moet dus op een heldere en verantwoordelijke wijze om dit alles te bevorderen. Burgers moeten ervaren dat zij vertegenwoordigd worden door de openbare autoriteiten, met respect voor hun vrijheid. Maar vaak wordt er een wig gedreven tussen burgen en instanties door partijbelangen die de relatie misvormen en de schepping van een blijvend klimaat van conflicten bevorderen.
Een authentieke geest van broederschap overstijgt het individuele egoïsme die in strijd is met het vermogen van mensen om in vrijheid en onderlinge harmonie te leven. Zulk egoïsme ontwikkelt zich sociaal – of het nu in de vele vormen van corruptie, zo wijdverbreid tegenwoordig, is, of in de formatie van criminele organisaties, van kleine groepen tot globaal georganiseerde. Deze groepen breken legaliteit en gerechtigheid af, en slaan toe in het hart van de waardigheid van de persoon. Deze organisaties beledigen God zwaar, ze doen anderen pijn en doen de schepping kwaad, des te meer als ze religieuze ondertonen hebben.
Ik denk ook aan het hartverscheurende drama van drugsmisbruik, waarin winst wordt gemaakt in minachting van de morele en burgerlijke wetten. Ik denk aan de verwoesting van natuurlijke grondstoffen en voortdurende vervuiling, en de tragiek van de uitbuiting van de armen. Ik denk ook aan de illegale handel in geld en financiële speculaties, die vaak zowel roofzuchtig en schadelijk blijken te zijn voor hele economische en sociale systemen, en miljoenen mannen en vrouwen aan armoede blootstellen. Ik denk aan de prostitutie, die iedere dag onschuldige slachtoffers maakt, in het bijzonder jongeren, en hen berooft van hun toekomst. Ik denk aan de gruwel van mensenhandel, misdaden tegen en misbruik van minderjarigen, de verschrikking van slavernij die nog steeds in vele delen van de wereld bestaat; de vaak genegeerde tragiek van migranten, die vaak slachtoffer zijn van schandelijke en illegale manipulatie. Zoals Johannes XXIII schreef: “Een samenleving, die alleen steunt op machtsverhoudingen, heeft niets menselijks meer, want zij belemmert de mensen in hun vrijheid in plaats van hen te stimuleren tot vooruitgang en persoonlijke vervolmaking”. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 17 Maar mensen kunnen bekering ervaren: zij mogen nooit vertwijfeld zijn over het vermogen om hun levens te veranderen. Ik wil dat dit een boodschap van hoop en vertrouwen voor allen is, zelf voor degenen die gruwelijke misdaden hebben begaan, want God wenst niet de dood van de zondaar, maar dat hij zich bekeert en leeft. Vgl. Ez. 18, 23
Als we kijken naar misdaad en straf in het brede verband van menselijke sociale relaties kunnen we niet anders dan denken aan de onmenselijke omstandigheden in zo vele gevangenissen, waar de gevangen vaak worden teruggebracht tot een mensonwaardige staat in strijd met hun menselijke waardigheid en belemmert in hun hoop op en verlangen naar rehabilitatie. De Kerk doet veel op deze plaatsen, meestal in stilte. Ik maan en moedig iedereen aan om meer te doen, in de hoop dat het werk dat op dit gebied wordt gedaan door zoveel dappere mannen en vrouwen ook steeds meer zal worden gesteund, rechtvaardig en eerlijk, door de burgerlijke overheden.